De fractie van de VVD-Hoorn staat niet te juichen bij het concept Verkeersplan Binnenstad, zoals dit inmiddels tijdens een aantal bijeenkomsten met bewoners en gebruikers van de binnenstad is besproken.
De teneur van de reacties zoals die tijdens die bijeenkomsten werden uitgesproken, maar ook van reacties die rechtstreeks bij de fractie zijn binnengekomen, sluit aan op de opvattingen van de VVD-Hoorn.
Kortheidshalve laten die bezwaren zich samenvatten tot onvoldoende begrip voor de positie van de binnenstadsbewoners en het werken in een verkeerde volgorde.
“Wanneer je beleid voorstaat waarbij je tegen een deel van de bewoners van de binnenstad zegt dat ze nog maar een vergunning kunnen krijgen, die ook nog veel duurder wordt en waarmee je soms niet meer voor je deur kunt parkeren, dan geef je een negatief signaal af aan de binnenstadsbewoners”, aldus fractiewoordvoerder Chris van der Meij, “en daar wil de VVD-Hoorn niet aan meedoen”.
“Natuurlijk is de ruimte voor parkeren in de binnenstad beperkt, dat begrijpen we” vult fractievoorzitter Harry van Lunteren aan, “maar dat probleem wordt met het voorgestelde beleid niet goed aangepakt. Zoiets kun je toch niet een versterking of een ontwikkeling van de centrumfunctie van Hoorn noemen?”
Voor de VVD-Hoorn staat als een paal boven water dat eerst voor voldoende parkeervoorzieningen aan de randen van de binnenstad zal moeten worden gezorgd, alvorens je het maaiveld parkeren in de binnenstad verder kunt terugdringen.
Tegelijkertijd zijn de liberalen ervan overtuigd dat de overblijvende parkeerruimte in de binnenstad primair voor de bewoners zal moeten worden bestemd. Daarbij heeft de grootste oppositiepartij grote moeite met het invoeren van een gemengd vergunningenstelsel waarbij afhankelijk van waar men in Hoorn woont men 1 of twee parkeervergunningen kan krijgen.
Feit is dat ook in de binnenstad veel tweeverdieners wonen waarvan beide partners een auto gebruiken voor het woon-werk-verkeer. Hoorn is nu eenmaal een gemeente met een grote uitgaande werkpendel; ook dat is een gegeven grootheid.
Door eerst vervangende parkeerruimte te scheppen en vervolgens de bewoners voorrang te geven voor de overblijvende parkeerplaatsen in de binnenstad denkt de VVD-Hoorn dat de noodzaak voor zo’n gemengd vergunningenstelsel kan worden voorkomen.
Dat die parkeervergunning ook nog eens flink in prijs zou moeten worden verhoogd, met feitelijk als enige motivatie dat het in Hoorn goedkoper is dan elders, is voor de liberalen ook moeilijk te verteren. “Een redelijke en gespreide verhoging is bespreekbaar”, aldus Van der Meij, “maar met wat door het college nu wordt voorgesteld gaan ze wat ons betreft te hard en te ver”.
Ten slotte heeft de VVD-Hoorn zich hogelijk verbaasd over het voorstel het Munnickenveld autovrij te maken. Deze verbazing kent twee gronden. In de eerste plaats stond dit idee niet in de versie van het Verkeersplan Binnenstad dat door de politiek is besproken en in de tweede plaats dringt zich hier de vraag op: “Waarom nu juist het Munnickenveld?”.
Met deze standpunten zal de VVD-Hoorn de verdere discussie over het Verkeersplan Binnenstad ingaan.