De gemeenteraadsleden van Enkhuizen, Hoorn en Medemblik kregen donderdagavond drie scenario’s gepresenteerd voor de toekomst van de Museumstoomtram Hoorn - Medemblik. De stoomtram verkeert in grote financiële nood en kan zonder gemeentelijke bijdragen niet voortbestaan. Elk scenario beschrijft welke gemeentelijke bijdragen noodzakelijk zijn om de stoomtram te behouden. Ze zijn ontwikkeld door het onderzoeksbureau Andersson Advies. Het bureau adviseert te kiezen voor het scenario waarin het toeristische vervoer de hoofddoelstelling wordt; het museale karakter blijft behouden door met historisch materieel te rijden.
De colleges van Enkhuizen, Hoorn en Medemblik besluiten 11 maart naar welk scenario hun voorkeur uitgaat. De raden bepalen uiteindelijk welk scenario de gemeenten willen financieren. In de raadscommissies van Enkhuizen, Hoorn en Medemblik staat bespreking geagendeerd op respectievelijk 17 maart, 18 maart en 25 maart.
Het rapport van het onderzoeksbureau, dat in opdracht van de colleges van Enkhuizen, Hoorn en Medemblik is gemaakt, geeft inzicht in de complexe financiële situatie van de Museumstoomtram Hoorn- Medemblik. De inkomsten die de stoomtram zelf genereert zijn niet voldoende om de begroting sluitend te maken. De stoomtram heeft de afgelopen jaren te weinig subsidies en giften ontvangen om het alsnog sluitend te maken. Een positieve uitzondering is het jaar 2007 waarin de stoomtram meer reizigers dan ooit vervoerde. De jaarlijks terugkerende financiële tekorten hebben ertoe bijgedragen dat de organisatie is uitgehold. Door de grote inzet van medewerkers en vrijwilligers is de zaak blijven draaien, maar het water staat nu tot aan de lippen.
De Museumstoomtram Hoorn- Medemblik bestaat uit een museaal deel en een rijdend toeristisch deel. Andersson Advies heeft drie toekomstscenario’s voor de stoomtram ontwikkeld waarin deze delen verschillend ten opzichte van elkaar staan. Op basis van deze scenario’s kunnen de colleges en raden van Enkhuizen, Hoorn en Medemblik een besluit nemen over hun bijdrage aan het behoud van de Museumstoomtram.
De drie scenario’s zijn:
· Scenario 1: ‘bestaande organisatie voortzetten, bedrijfsvoering afstemmen op financiële haalbaarheid.’ In dit scenario ligt de nadruk zowel op de museale als op de toeristische functie.
· Scenario 2: ‘museale activiteiten en exploitatie van toeristische trein in aparte organisaties.’ Het vervoersbedrijf maakt met de museumorganisatie afspraken over de inzet van de rijdende trams.
· Scenario 3: ’museale activiteiten worden dienend aan de exploitatie van de toeristische trein.’ Het museale karakter blijft behouden, maar de invulling van het museale wordt bepaald door de mogelijkheden in het toeristische vervoer.
Het onderzoeksbureau adviseert te kiezen voor scenario 3 omdat dit op langere termijn het beste perspectief geeft voor een goede bedrijfsvoering en de continuïteit van de Museumstoomtram. Gezien de grote opgave waar de organisatie voor staat, adviseert het bureau een onafhankelijk manager die bekend is met de West-Friese gemeenschap als kwartiermaker te benoemen.
De colleges van Enkhuizen, Hoorn en Medemblik besluiten dinsdag 11 maart naar welk scenario hun voorkeur uitgaat. De raden bepalen uiteindelijk welk scenario ze willen financieren. In Enkhuizen staat het onderwerp op 17 maart geagendeerd in de raadscommissie en op 8 april in de raad. In Hoorn gebeurt dit op 18 maart in de raadscommissie en op 8 april in de raad. In Medemblik vindt dit plaats op 25 maart in de raadscommissie en op 7 april in de raad. Na een keuze voor een scenario kan op basis daarvan een ondernemingsplan worden opgesteld.