Het college van B en W gaat er bij de regering op aandringen dat er een regeling komt om (alleenstaande) minderjarige vluchtelingen (amv-ers) binnen een jaar duidelijkheid te verschaffen over hun verblijf in Nederland.
Verder zal worden aangedrongen op het treffen van een regeling voor amv-ers die nu al langer dan 1 jaar in Nederland verblijven. Dat is besloten in de gemeenteraadsvergadering van 3 april naar aanleiding van een raadsbreed ingediende motie. Deze motie zal kenbaar worden gemaakt aan alle andere gemeenten in Nederland.
Er is een generaal pardon voor vluchtelingen die voor 1 april 2001 asiel hebben aangevraagd, daaronder bevinden zich ook minderjarige vluchtelingen. In de gemeente Hoorn zijn er volgens de gegevens van Nidos (de voogdijstichting) tenminste 22 amv-ers, waarvan er twee met uitzetting worden bedreigd. In West-Friesland gaat het om 35 amv-ers, in de provincie Noord-Holland om 500 en in heel Nederland om vermoedelijk enkele duizenden. Het leefgeld van amv-ers, die 18 jaar zijn geworden, wordt gestopt. In juli 2006 is een proefproces tegen de staat gestart door de vereniging Wij Willen Blijven waarin de kinderen om een verblijfsvergunning verzoeken, allen al meer dan 5 jaar in Nederland verblijvend.
De huidige situatie heeft gevolgen voor de amv-ers. Een grote groep amv-ers verkeert in onzekerheid en dat leidt tot emotionele problemen. Dat kan hun ontwikkeling ernstige schade toebrengen. Uitgeprocedeerde amv-ers verdwijnen in de illegaliteit.
Onderzoek van Defence for Children heeft aangetoond dat jongeren binnen 1 jaar na de asielaanvraag duidelijkheid moeten krijgen of ze in Nederland kunnen blijven. Organisaties die zich de problematiek aantrekken vinden dat alle amv-ers binnen een jaar in het land van herkomst terug moeten zijn als dat in hun belang is en dat zij anders een permanente verblijfsvergunning moeten krijgen. De overheid moet zich houden aan internationale verdragen zoals het verdrag voor de Rechten van het Kind. Bovendien heeft het kabinet zich op het standpunt gesteld dat de belangen van het kind en gezin centraal staan. De gemeenten krijgen bij monde van de burgemeester een stem in het verlenen van een verblijfsvergunning.