HOORNGIDS COLUMN | Het is bijna dertig jaar geleden dat de Nederlandse Taalunie een spellingwijziging doorvoerde die bij menig Westfries keihard aankwam. Hierbij werd bepaald dat ’Westfriesland’ voortaan als ’West-Friesland’ moest worden geschreven. Wat voor de rest van Nederland misschien een kleine aanpassing was, sneed de Westfriezen diep in de ziel. Zij hadden immers sinds mensenheugenis ’Westfriesland’ als één woord geschreven, en nu moest dat ineens in twee delen worden geknipt, met een koppelstreepje ertussen. Voor veel Westfriezen voelt het, decennia na dato, nog steeds alsof hen een stuk identiteit is ontnomen.
Taal is meer dan een verzameling woorden en regels; het is een levend organisme, doordrenkt met geschiedenis, identiteit en emotie. In de schrijfwijze ‘West-Friesland’ draait het niet simpelweg om een koppelstreepje. Dit schijnbaar onbeduidende streepje is een slagveld waarop regionale identiteit en taalkundige precisie hun strijd voeren. Het koppelstreepje is een bron van voortdurende onvrede. En net als een smeulende veenbrand laait het altijd sluimerende debat hierover steeds weer op. Het kan de gemoederen van de anders zo nuchtere Westfriezen flink verhitten.
De officiële lijn is vastgelegd door de Nederlandse Taalunie in de spellingregels van 1996. Vanaf dat moment werd bepaald dat combinaties van een aardrijkskundige naam en een windrichting, en alle afgeleiden daarvan, voortaan met twee hoofdletters en een koppelstreepje geschreven moeten worden. Bijvoorbeeld: ’Noord-Holland’ en ’Oost-Duitsland’ en ’Noord-Hollanders’ en ’Oost-Duitsers’. Volgens deze regel zou het ‘West-Friesland’ en ’West-Friezen’ moeten zijn, met een koppelstreepje. De Taalunie stelt dat ‘Westfriesland’ zonder streepje gelezen kan worden als een samenstelling van ‘West’ en ‘Friesland’, waardoor men zou kunnen denken aan het westen van de provincie Friesland. Dat zou de regio in ’Noord-Holland’, met zijn eigen geschiedenis en cultuur, onterecht gelijkstellen aan een deel van Friesland.
Het koppelstreepje zorgt dus voor taalkundige duidelijkheid. Het voorkomt dat ‘West-Friesland’ als een beschrijvende term wordt gezien en benadrukt in plaats daarvan dat het om een unieke culturele en geografische entiteit gaat. Voorstanders van deze benadering stellen dat taal in de eerste plaats duidelijk moet zijn en dat regels nodig zijn om die duidelijkheid te garanderen. Maar is taal alleen maar een kwestie van regels, of is het ook de drager van een dieper gewortelde identiteit?
Het Westfries Genootschap, een organisatie die zich inzet voor het behoud van het Westfriese erfgoed en cultuur, pleit voor het laten vallen van het koppelstreepje. Zij betogen dat ‘Westfriesland’ zonder streepje meer in lijn is met de conventionele schrijfwijze en de eigenheid van de regio. Ze wijzen erop dat er nog steeds namen en aanduidingen zijn die de oude, ononderbroken spelling volgen, bijvoorbeeld: ’Westfriese Omringdijk’, ’Westfries Dagblad’, ’Westfries Museum’. Stille getuigen van een tijd waarin traditionele regionale eigenheid vooropstond.
Maar de discussies gaan dieper dan taalregels versus de traditionele schrijfwijze. Voor de Westfriezen is ‘Westfriesland’ zonder streepje een teken van hun authentieke regionale identiteit. Velen weigeren dan ook om de herziene spellingregels te volgen. Het koppelstreepje wordt gezien als een symbool van inmenging van buitenaf, als een voorschrift van mensen die de regio willen aanpassen aan landelijke standaarden, zonder de diepgewortelde culturele tradities te kunnen invoelen. Zij worden soms zelfs als buitenstaanders gezien die de regio niet echt kennen en begrijpen.
In een wereld die steeds meer gericht is op globalisering en uniformiteit, wordt de vraag hoe we omgaan met lokale verschillen steeds prangender. Moeten we de officiële spellingregels volgen om misverstanden te voorkomen. Of mag regionale eigenheid vooropstaan? Het antwoord is niet zwart-wit.
In de formele context van overheidscommunicatie en onderwijs lijkt consistentie van groot belang. Hier heeft het koppelstreepje wellicht zijn rechtmatige plaats als wachter van taalkundige duidelijkheid. Maar in de harten van Westfriezen blijft het streepje een ongewenste indringer. In een culturele en informele context heeft de schrijfwijze zonder streepje een diepere betekenis: als symbool van regionale trots en culturele continuïteit.
Het koppelstreepje in ‘West-Friesland’ of het weglaten ervan in ‘Westfriesland’ is dus zoveel meer dan een taalkundig detail. Het raakt aan de fundamentele vraag hoe we omgaan met regionale identiteit. Wellicht ligt de oplossing in een evenwicht waarin beide vormen hun eigen plaats kunnen hebben, afhankelijk van de context. Zo wordt de kracht van taal niet alleen bepaald door regels, maar ook door de mensen die die taal dagelijks leven inblazen.
Ko Boos, een bekende Horinees, journalist en taalkunstenaar, vatte het ooit als pleitbezorger voor de regionale cultuur zo samen: ”Taal is de ziel van een volk, en die ziel kun je niet zomaar dwingen in de strakke lijnen van een regelboek.”