Het Museum van de Twintigste Eeuw in Hoorn toont van 15 juli t/m 30 september 2006 een expositie over de geschiedenis van 200 jaar circus. Oude affiches, foto’s, films en modellen vertellen over circussen als Toni Boltini, Renz, Corty-Althoff, Krone en Sarrasani en vele anderen. Het museum sluit met de tentoonstelling aan op het gegeven dat 2006 Jaar van het Circus is. Dompteurs, jongleurs, spreekstalmeesters, de clowns en nog veel meer…. Komt dat zien!!! Tot en met 17 september 2006 toont het museum tevens de populaire expositie “The Seventies” over de jaren zeventig.
Geschiedenis
Circus betekent cirkel. De cirkel van de piste waar de circusartiesten optreden en het publiek omheen zit. Circus is een theaterkunst die verschillende disciplines zoals koorddansers, clowns en acrobaten in een samenhangend programma laat optreden. In de tweede helft van de achttiende eeuw kon je in Engeland en Frankrijk voor het eerst naar een circusvoorstelling. Aan het einde van de eeuw ook in Nederland. Veel ondernemingen zagen het circus in Frankrijk als het grote voorbeeld. Nederlandse circusondernemingen spiegelden zich aan het Cirque Olympique van Franconi in Parijs. De eerste Nederlandse circusdirecteuren waren Pieter Magito en Lion Kinsbergen. Koorddanser Magito gaf in 1796 de eerste circusvoorstelling. Het programma bestaat uit clownerie en acrobatiek. De oude Magito danste dan op het slappe koord met Friese doorlopers. In 1798 presenteerde Lion Kinsbergen zijn eerste voorstelling in de ‘manege’ van Magito. Nieuw zijn bij Lion de paardennummers. Koorddansen en paardennummers zijn de basisdisciplines van het circus tot in de twintigste eeuw.
Koorddansers
In Nederland waren koorddansers de eerste grote circusartiesten. De verklaring hiervoor is dat Nederland weinig adel telde en de paardencultuur weinig aanzien had. Paardennummers zijn de belangrijkste publiekstrekkers na 1850. Bij het koorddansen zijn grofweg twee disciplines te onderscheiden: dansen op het strakke en slappe koord. Bij het strakke koord wordt veel over het koord gelopen, gesprongen en bijvoorbeeld gefietst. Het slappe koord is een nummer waar de artiest jongleert of danst op het koord. Vandaar de naam koorddansen.
De clown
De paljas, clown en hansworst zijn aanvankelijk de parademakers op de balustrade voor een kermis of circustent. In het circusprogramma in de negentiende eeuw verbonden zij de verschillende koorddans- en paardennummers aan elkaar door optredens te persifleren met veel misstappen en duikelingen en door het publiek aan het lachen te maken. In de loop van de negentiende eeuw ontwikkelen zich clowntypes zoals de spreekclown, de muzikale clown, de acrobatische clown en de dressuurclown. Na 1870 traden clowns steeds vaker als duo op. De witte verstandige clown was de aangever en de baas van de ‘domme August’. Deze figuren ontstonden uit personages van de comedia dell’arte uit Italië en mimespelers die in Engeland en Frankrijk furore maakten in het theater.
Circustent
Circusvoorstellingen vonden in de negentiende eeuw plaats in houten barakken op de kermis. De Nederlandse circussen van Mozes Blanus en Lion Dassie exploiteerden het eerste vaste circusgebouw. In de winter van 1851 gaven ze voorstellingen in een voormalige schouwburg in Amsterdam. In 1866 bouwde Wilhelm Carré een houten circusgebouw in de Amsterdamse Plantage en in 1887 opende Circustheater Carré, gelegen langs de Amstel, zijn deuren. Circus is in die tijd een topattractie, waar zowel de elite als de gegoede burgerij naartoe gingen. Daarnaast reisden grote ondernemingen als Carré ook van stad naar stad en speelden in houten circustheaters en later in tenten. De tenten groeiden uit tot gigantische zeildoekpaleizen met meerdere pistes. Aan het aantal masten meet men de grootte van het circus af.
Circus in 2006
In 2006 zijn er in Nederland ongeveer vijftien reizende Nederlandse circussen actief. Zij reizen met een klassiek programma en een tent door Nederland en het buitenland. Daarnaast zijn er ongeveer twaalf wintercircussen die rond kerst en oud en nieuw een programma in een schouwburg of evenementenhal verzorgen. Nederland kent ook tientallen jeugdcircussen. In eerste instantie opgezet door het maatschappelijk werk om kinderen in een achterstandssituatie extra kansen en mogelijkheden te bieden om artistiek te presteren. De laatste jaren willen jeugdcircussen ook een springplank zijn voor nieuw circustalent en wordt sterker de nadruk gelegd op de artistieke prestaties van de jonge circusartiesten.
Info museum
De expositie ‘‘Hooggeëerd publiek, het Circus in Nederland’’ is van 15 juli tot en met 30 september te zien in het Museum van de Twintigste Eeuw, Bierkade 4 in Hoorn. Het museum is voorzien van een lift, MuseumCafé een Museumshop. De openingsuren zijn dinsdag t/m vrijdag van 10 tot 17 uur en zaterdag en zondag van 12 tot 17 uur. De entree bedraagt voor volwassenen € 4,- en voor kinderen van 4 tot 16 jaar € 2,-. Met de Museumkaart heeft men gratis entree. Voor informatie kunt u bellen met 0229-214001 of kijken op www.museumhoorn.nl.