HOORNGIDS COLUMN | Het is half tien in de ochtend en wij zijn allemaal al volop aan het genieten van de lentezon. Vandaag hebben wij de eerste buitenpeelbeurt en gelukkig is het gras niet lang nat gebleven. Vooral als de kinderen sandalen dragen - al of niet met sokken - kan dat flink koud zijn aan de voeten, maar vandaag hebben wij daar geen last van. Maikel komt met Dennis op de trekkar naar mij toe en vraagt of ik zin heb in een lekker croquetje want hij werkt vandaag in de patatwinkel. Dennis laat daarbij trots een pan met 6 zandcroquetten zien. “Nou, daar heb ik wel zin in hoor”, zeg ik enthousiast. “Hoeveel wil je er juf”?” “Wat kosten ze?”, vraag ik. Oh, daar hadden ze nog niet over nagedacht. Er wordt even overleg gepleegd en ik mag de hele pan voor 10 euro hebben. Zorgvuldig haal ik de snacks uit de pan en leg ze even op de rand van de zandbak om af te koelen. Als ik vervolgens weer over het schoolplein kijk, zie ik dat onze speelbeurt alweer voorbij is.
Hollend en huppelend komen de kleuters van mijn collega naar buiten. Dat is het sein voor ons om te vertrekken. Ik roep ’mijn’ kleuters bij elkaar en laat ze even lekker springen om het zand van de kleren en de schoenen af te stampen. Als alle kinderen in de kring zitten, besluit ik het thema voor het kringgesprek aan te passen. Wij gaan het over werken hebben. Ik ben benieuwd hoeveel de kleuters weten over het werk van hun ouders. “Marith, weet jij wat papa doet als hij naar zijn werk gaat?” “Dan gaat hij boeven vangen want hij is een politie”, roept Thomas voor zijn beurt. “Nee Thomas, ik vroeg het aan Marit” corrigeer ik hem. “En mama, Marith, weet je ook waar mama werkt?” Ja, dat weet Marith. “Mama gaat het huis schoon maken van een heel oude oma” zegt zij zachtjes. “Is dat jouw oma?”, vraag ik. “Nee, van andere kinderen maar zij is wel heel lief en zij woont heel hoog in een heel groot gebouw. Ik mag soms met mama mee. Dan gaan wij met de lift en dan mag ik op het knopje met een 5 erop drukken. ”Oh, dat heet een bejaardenflat”, doceert Frederik-Jan. “Mijn oma woont ook in een pamflet”, reageert Daisy.
“Ja” neem ik het gesprek weer over, “heel veel opa’s en oma’s wonen in een flat want daar hoef je niet altijd de trap op en af. Dan neem je de lift. Dat is fijn als je oud bent.”
“Nou mijn oma is ook al oud hoor maar zij kan nog heel goed tennissen” meldt Anne trots.
“Inge, weet jij waar jouw mama werkt?”, ga ik verder. “Ja, want zij is deurwaarder.” “Moet zij dan deuren bewaren?”, vraagt Maikel verbaasd. “Nee hoor, zij drukt alleen maar op de bel en dan mag zij naar binnen, maar soms niet en dan gaat de politie met haar mee”. “Gaat jouw mama daar dan ook schoonmaken?”, vraagt Marith belangstellend. “Nee” vervolgt Inge, “dan gaan zij samen alle centjes tellen.” “Oh, dat is fijn”, zeg ik en bemerk dat sommige kleuters geen idee hebben wat papa of mama op het werk doet. “Gewoon, hij is naar zijn werk” is dan vaak het antwoord.
“Juf”, roept Dennis, “Jij bent toch een mama van grote kinderen?” “Jazeker”, antwoord ik. Hij weifelt even en vervolgt dan met de vraag: ”Wanneer ga jij dan naar je werk?”