HOORNGIDS HOORN | De vierkantemeterprijs van huurwoningen in de vrije sector klimt verder omhoog, blijkt uit cijfers van woningplatform Pararius. In het vierde kwartaal van 2021 betaalden nieuwe huurders gemiddeld 5,3 procent meer dan in het vierde kwartaal van 2020. Dit is de grootste procentuele stijging sinds het derde kwartaal van 2018, toen de huurprijzen stegen met 5,9 procent.
Zichtbaar effect van COVID-19
Het effect van COVID-19 is goed zichtbaar vanaf het tweede kwartaal van 2020. Vergeleken met hetzelfde kwartaal een jaar eerder daalden de prijzen procentueel gezien voor het eerst in jaren. Het wegblijven van expats en het stilvallen van toeristenverhuur zorgde vrijwel direct voor een toename in het huuraanbod. Om leegstaande woningen toch van nieuwe huurders te voorzien, werden veel huurwoningen in prijs verlaagd. Dit gebeurde vooral in grote steden waar huurwoningen over het algemeen een stuk duurder dan gemiddeld zijn.
Aan het begin van 2021 kwam de expatmarkt weer op gang en vanaf het tweede kwartaal bleek van huurprijsdalingen geen sprake meer. De huurprijzen zitten inmiddels weer in de lift. Jasper de Groot, directeur van Pararius, verwacht echter dat de huidige lockdown waarin Nederland verkeert wellicht weer tot dalende huurprijzen kan leiden.
Prijsverschil in oplevervorm
Pararius onderscheidt drie oplevervormen: kaal, gestoffeerd en gemeubileerd. Gemeubileerde huurwoningen zijn per vierkante meter het duurst; nieuwe huurders betaalden € 19,68 per vierkante meter per maand in het vierde kwartaal van 2021. Dit is 8,1 procent meer dan het jaar ervoor. Gestoffeerde woningen kenden een vierkantemeterprijs van € 16,39 per maand (+8%), voor kale woningen betaalden nieuwe huurders 20,9 procent meer ten opzichte van het vierde kwartaal van 2020. De vierkantemeterprijs van kale woningen kwam uit op € 14,42 per maand. In het vierde kwartaal van 2021 kwam de gemiddelde vierkantemeterprijs van vrije sector huurwoningen in Nederland uit op € 17,02.
Grote steden
De vijf grootste steden van Nederland - Amsterdam, Den Haag, Eindhoven, Rotterdam en Utrecht - vormen samen de zogeheten G5. Amsterdam is de duurste stad om een woning te huren. De huurprijzen stegen in de hoofdstad 1,7 procent ten opzichte van vorig jaar en nieuwe huurders betaalden per vierkante meter € 22,45 per maand.
Ook in Utrecht (+2,9%) lag de vierkantemeterprijs boven het landelijk gemiddelde van € 17,02. Nieuwe huurders betaalden € 18,33 per vierkante meter per maand. In Den Haag (+6,7%), Rotterdam (+9,7%) en Eindhoven (+11,7%) ligt de vierkante meterprijs net onder het landelijk gemiddelde. Voor een vrije sector huurwoning in Den Haag betaalden nieuwe huurders gemiddeld € 16,89, in Eindhoven was dit € 15,76. Een huurwoning in de havenstad kostte in het vierde kwartaal van 2020 gemiddeld € 16,98 per vierkante meter per maand.
Koopmarkt beïnvloedt huurmarkt
De gemiddelde vierkantemeterprijs van woningen in de vrije huursector was in het vierde kwartaal van 2021 van een historisch hoog niveau. Dat er na vier kwartalen van procentuele prijsdalingen (Q3 2020 - Q2 2021) nu weer prijsstijgingen worden waargenomen, heeft volgens de Groot simpelweg te maken de werking van de huidige markt. “De woningmarkt is nog steeds uit balans”, stelt hij. “De prijzen van koopwoningen rijzen de pan uit waardoor het voor starters bijna onmogelijk wordt om zonder een (dubbel) bovengemiddeld salaris in te stromen op de koopmarkt. Nog nooit stonden er zo weinig woningen te koop als op dit moment. Momenteel worden er in heel Nederland zo’n 45.000 woningen te koop aangeboden, waarvan er 26.000 reeds in onderhandeling zijn en slechts 19.000 beschikbaar.”
De Groot: “Ontwikkelingen op de koopmarkt hebben een direct effect op de huurmarkt. Woningzoekers die, om wat voor reden dan ook, geen koopwoning kunnen bemachtigen, zijn aangewezen op de huurmarkt. Zij verdienen vaak te veel om aanspraak te maken op een sociale huurwoning en wenden zich dus noodgedwongen tot de vrije sector. Maar juist dit segment is veel te klein om aan de grote vraag te kunnen voldoen.”
In eerdere huurmonitors stelde Pararius al dat slechts 7 procent van alle woningen in Nederland in de vrije sector valt, tegenover 33 procent in de sociale huursector.1 “De verhouding is volledig zoek. Nederland is wereldkampioen sociale huurwoningen bouwen maar zet daar nagenoeg geen huurwoning in de vrije sector tegenover. Er zijn te weinig smaken; men koopt óf komt in aanmerking voor een sociale huurwoning. Iedereen die dat niet kan, zit klem. Wanneer de vraag vele malen groter is dan het aanbod leidt dit tot een toename van de huurprijzen. Het enige wat hieraan gedaan kan worden is het kleine aandeel van huurwoningen in de vrije sector vergroten.”
1Pararius, huurmonitor Q4 2020