HOORNGIDS HOORN | Na jarenlang betogen door Hoorn Lokaal om de hondenbelasting af te schaffen, staat de Hoornse raad in deze vergadering van 16 december 2021 op het punt hier een definitieve afspraak over te maken. De raad vroeg in december 2020 om een voorstel met scenario’s voor het afschaffen van de hondenbelasting. Het college gaf drie opties; doorgaan met de hondenbelasting, de hondenbelasting in een termijn van vijf jaar afbouwen en de optie om de hondenbelasting per 2022 af te schaffen. Patricia Kusters (GroenLinks) hoopt de handen op elkaar te krijgen voor een voorstel om de belasting vrijwillig te laten betalen.
Er hangt nog steeds de mogelijkheid in de lucht, dat gemeenten bij afschaffen van deze belasting gecompenseerd worden door het Rijk. Dat laat je niet zomaar lopen, ook wanneer dat pas over vijf jaar zou kunnen spelen. Ook blijft de vraag in hoeverre het gat in de Hoornse begroting wordt gedicht bij onmiddellijke afschaffing.
René Assendelft (Hoorn Lokaal) beklemtoont nogmaals de oneerlijkheid bij deze belasting omdat niet de volledige opbrengst van de hondenbelasting wordt besteed aan gemeentelijke kosten voor hondenzaken.
Wethouder Simon Broersma weet ook niet wanneer de belastingveranderingen van het Rijk helemaal duidelijk zullen zijn. Hij kan dus ook geen zekerheid bieden of er een compensatie zal komen. Afschaffen kost geld en dat zou via afbouw in vijf jaar minder pijnlijk kunnen zijn. De stemming gaat over het voorstel om de hondenbelasting in één keer volgend jaar af te schaffen. Dat raadsbesluit krijgt geen meerderheid. Het afbouwen in vijf jaar wordt wel aangenomen. De Hoornse raad besloot daarmee om de hondenbelasting af te schaffen. De belasting wordt in vijf jaar afgebouwd. Op deze manier heeft de gemeente de tijd om het verlies van inkomsten in de begroting te verwerken.
Jaarlijks brengt de hondenbelasting zo’n 326.000 euro op. Diverse raadsfracties stemden eigenlijk voor onmiddellijke afschaffing, maar dit behaalde geen meerderheid. Een meerderheid van CDA, EénHoorn, Fractie Tonnaer, GroenLinks en VVD stemde hier tegen. Wat voor verschillende fracties meespeelde is de verwachting dat de Rijksoverheid de hondenbelasting landelijk gaat afschaffen en gemeenten hiervoor zou gaan compenseren. Bij onmiddellijke afschaffing van de hondenbelasting zou de gemeente die compensatie niet krijgen, wat veel fracties een gemiste kans vonden.
Met uitzondering van GroenLinks stemde de raad uiteindelijk in met het voorstel om de hondenbelasting in vijf jaar tijd af te bouwen. Dit betekent dat de tarieven voor de hondenbelasting ieder jaar afnemen. Er komt dan jaarlijks 65.000 euro minder binnen bij de gemeente.