HOORNGIDS | Het Openbaar Ministerie (OM) gaat de kapitein van het containerschip MSC Zoe niet vervolgen. In de nacht van 1 op 2 januari 2019 verloor het schip, ten noorden van de Waddeneilanden, 342 containers. De kapitein valt geen strafrechtelijk verwijt te maken voor het verlies van de containers, zo wijst onderzoek uit. Er is geen sprake van opzet of schuld. Het onderzoek is verricht door het Team Maritieme Politie in samenwerking met de Inspectie Leefomgeving en Transport, onder leiding van het OM.
In de nacht van 1 op 2 januari 2019 werd in de Noordzee, boven de Nederlandse en Duitse Waddeneilanden en op die eilanden, een groot aantal zeecontainers en inhoud aangetroffen. Deze zeecontainers kwamen van het onder Panamese vlag varende, schip MSC Zoe. Ze zijn overboord geslagen. Niet in Duitse wateren, zoals eerst werd vermoed maar in de Nederlandse territoriale wateren boven Vlieland en Terschelling.
Het OM besloot daarop een strafrechtelijk onderzoek te starten naar de toedracht. Dat moest uitwijzen of het handelen van de kapitein strafbare feiten, zoals milieuverontreiniging en overtreding van scheepvaartregels, zou opleveren. Feiten die strafbaar zijn gesteld in het Wetboek van Strafrecht, de Wet voorkoming verontreiniging door schepen en de Waterwet.
Milieuverontreiniging
Van schuld aan ontstane milieuverontreiniging is sprake als er een zekere mate is van onvoorzichtigheid, nalatigheid of onoplettendheid. Hierbij wordt gekeken naar de omstandigheden en het gedrag van een verdachte. Het OM concludeert na onderzoek dat op dit punt de kapitein strafrechtelijk niets valt te verwijten. Het achterhalen van de oorzaak van het verlies van de containers was hierbij belangrijk.
Uit onderzoek van een deskundige van de TU Delft is niet vast komen te staan wat nu precies het overboord slaan van zoveel containers heeft veroorzaakt. Aannemelijk is dat het schip de zeebodem heeft geraakt. Dat is onvoldoende om de gevolgen strafrechtelijk toe te rekenen aan het gedrag van de kapitein. Verder blijkt uit onderzoek dat de containers aan boord conform voorschriften waren gezekerd.
Van de 342 containers bevatten drie containers een schadelijke stof. De schadelijke inhoud van een vierde container (polystyreenkorrels) is ook in het water terechtgekomen. Die container is aan boord blijven staan. Alleen ten aanzien van deze vier containers kan sprake zijn van strafbare milieuverontreiniging. Maar uit onderzoek blijkt nergens dat de kapitein opzettelijk deze containers en schadelijke stoffen heeft geloosd.
Vaarroute
Achteraf zijn vraagtekens te zetten bij de keuze van de kapitein om de route door de verkeersscheidingsstelsels ’nabij Texel’ en ’Terschelling – Duitse Bocht’ te blijven volgen onder de toen slechte weersomstandigheden. De kapitein had de noordelijke route kunnen gaan volgen, net als de kapitein van een schip dat voor de MSC Zoe uitvoer. De zee is daar namelijk dieper. De afstand via de noordelijke route is wel langer.
Er kan volgens het OM echter niet worden geconcludeerd dat de kapitein een andere keuze had moeten maken. Op basis van nationale en internationale regelgeving is het toegestaan dat grote containerschepen zoals de MSC Zoe deze route volgen, zelfs onder slechte weeromstandigheden. De kapitein heeft geen scheepvaartverkeersregels overtreden. Verder is niet gebleken dat het vaargedrag van de kapitein het overboord slaan van containers heeft veroorzaakt, bijvoorbeeld doordat hij een koerswijziging heeft gemaakt, te hard of te langzaam heeft gevaren. Dat het gedrag van de kapitein verwijtbaar of onrechtmatig is geweest, is volgens het OM niet komen vast te staan.
Bovendien is de vraag in hoeverre het voor de kapitein voorzien was dat hij op de gekozen route containers zou verliezen. Het volgen van deze route had - gelet op de waterdiepte en de diepgang van het schip - geen problemen moeten opleveren. Achteraf blijkt uit de complexe risicoberekening van de deskundige dat aan de keuze van die route onder de toenmalige omstandigheden risico’s konden zitten. Dit is echter onvoldoende voor schuld in strafrechtelijke zin.
Samenvattend
De kapitein heeft de gekozen korte vaarroute kunnen en mogen maken. De lading op het containerschip was conform voorschriften geladen en gezekerd. Onzorgvuldig vaargedrag door de kapitein is niet gebleken. Dat de containers - mogelijk doordat het schip de zeebodem heeft geraakt - overboord zijn geslagen, is een ongeluk met grote gevolgen in de Waddenzee en op het land, maar dat is niet voldoende om te kunnen spreken van een strafrechtelijk verwijt. Er is geen sprake van opzet of schuld. Op basis van de uitkomsten van het onderzoek heeft het OM de strafzaak tegen de kapitein geseponeerd.