HOORNGIDS | Marc van Dijk, inwoner van Hoorn, greep bevrijdingsdag aan om een statement te kunnen maken over de inperkende maatregelen die zijn getroffen vanwege de coronacrisis. Hij nam daartoe, gewapend met vlag met daarop een verwijzing naar artikelen uit de grondwet, plaats op de Roode Steen en vertelde aan wie het horen wilde hoe hij aankijkt tegen de geplande noodwet, die hij buitenproportioneel noemt.
Marc van Dijk, die louter namens zichzelf spreekt en niet namens welke groepering dan ook, is van mening dat de huidige maatregelen ruimschoots voldoende zijn om het virusgevaar in te dammen. De cijfers wijzen dat ook uit, zegt hij. Steeds minder slachtoffers en steeds minder doden. Hij heeft alle begrip voor de social distancing en voor de andere getroffen maatregelen die voortkomen uit de noodverordening. Waar hij echter op tegen is en wat hij graag uitgebreider onder de aandacht gebracht ziet worden, is de geplande noodwet met verstrekkende maatregelen en bepaald niet misselijke sancties.
Noodwet niet nodig
Marc van Dijk: ”Ik volg de ontwikkelingen op de voet, ik begrijp de maatregelen, maar maak me ernstig zorgen over het feit dat we allerlei vrijheden overboord gaan gooien. Vandaar ook dat ik bevrijdingsdag een geschikte dag vind om een statement over vrijheid te maken. Het wordt echt menens als die wet er door komt. Het wetboek van strafrecht voorziet er al in dat we ons aan regels moeten houden en er zijn sanctioneringsmogelijkheden voldoende voor het bevoegd gezag. Het proportionaliteitsbeginsel is ernstig in het geding. Wie de afstandsregel overtreedt krijgt een boete van vele honderden euro’s en bedrijven kunnen zelfs beboet worden met vele duizenden euro’s. Dat is buitenproportioneel. Ik doe een beroep op het moreel kompas. Iedereen weet wat de regels nu zijn, begrijpt het ook wel, dus het is totaal overbodig om daar de wet over aan te passen. En daar verzet ik me dus tegen.”