B en W zijn van plan overlast op straat strenger aan te pakken. Het belangrijkste middel daartoe is aanpassing van de Algemene Plaatselijke Verordening en het formuleren van een daarop gebaseerde beleidsregel, waarin de criteria voor het “zich zonder duidelijke doel ophouden of bewegen” duidelijk zijn verwoord. Dat maakt effectieve, gerichte handhaving mogelijk bij die groepen en op die plekken waar de overlast ontoelaatbare vormen aanneemt.
Op dinsdag 14 februari jl. is het onderwerp voor een meningvormende bespreking in de raadscommissie Middelen en Bestuur aan de orde geweest. Deze commissie kon zich in vinden in de door het college voorgestelde aanpak van de straatoverlast. Het college gaat het voorstel nu uitwerken in een definitieve regeling, zodat de nieuwe aanpak dit voorjaar van kracht kan zijn.
Rondhangende jongeren, drugshandelaren, groepen mensen die zich al dan niet onder de invloed van drank of drugs in de nachtelijke uren luidruchtig gedragen. Zij verstoren de openbare orde en veroorzaken overlast voor de omgeving. Momenteel wordt dit soort overlast besteden door opsporing en toezicht door de politie, de surveillances van bewakingsdienst Regio Control in de avonduren en de inzet van de Stichting Netwerk (jongerenwerk, aanwijzing van hangplekken). Daarbij fungeert de APV als het geëigende juridisch instrument. Deze verordening bevat bepalingen die tot doel hebben het gedrag op straat aan regels te binden en biedt handvatten om te kunnen optreden. Knelpunt is de bewijslast. Daarom willen B en W de bron van de overlast aan te pakken: de aanwezigheid van de groep mensen.
Daartoe zal het samenscholingsverbod in de APV (artikel 2.1.1.1) als worden: “Het is verboden op of aan de weg of in een voor het publiek toegankelijk gebouw of vaartuig deel te nemen aan een samenscholing, onnodig op te dringen, door uitdagend gedrag aanleiding te geven tot wanordelijkheden of in groepsverband dan wel afzonderlijk anderen lastig te vallen, te vechten of op andere wijze de openbare orde te verstoren.”
Daaronder wordt verstaan: “het zich in groepsverband zonder redelijk doel op of aan de weg op te houden of te bewegen van 22.00 tot 06.00 uur”. Voor de beoordeling zijn criteria opgesteld, waarbij meldingen vanuit de omgeving, geluidhinder’ langdurigheid en herhaling een rol spelen.
Parkeergarages
In aansluiting op de nieuwe aanpak van straatoverlast zijn bij de entrees van de parkeergarages ’t Jeudje en het Park borden aangebracht om hangjongeren buiten de deur te houden. De tekst op deze borden is gebaseerd op artikel 2.4.10 van de APV (hinderlijk gedrag in voor publiek toegankelijke ruimten): “Het is verboden zich zonder redelijk doel op een voor anderen hinderlijke wijze op te houden in of op een voor het publiek toegankelijk portaal, telefooncel, wachtlokaal voor een openbaar vervoermiddel, parkeergarage, rijwielstalling of een andere soortgelijke, voor het publiek toegankelijke ruimte dan wel deze te verontreinigen of te bezigen voor een ander doel dan waarvoor de desbetreffende ruimte is bestemd.”