Is de mens te vertrouwen? Die vraag hield mij dit weekend een tijdje bezig. Van de mensen die ik persoonlijk goed ken, kan ik redelijk zuiver inschatten in hoeverre zij te vertrouwen zijn. Het is door de aard van de relatie met hen, dat ik me bij hen veilig weet. Zij zullen er nooit op uit zijn mij te kwetsen en de wederzijdsheid van dat vertrouwen is een anker, dat het prettige gevoel voor lange tijd waarborgt.
Gek genoeg realiseer ik mij dat diezelfde personen in een andere relatie een zeker gebrek aan vertrouwen kan worden toegedicht en ik durf niet te zweren dat ikzelf ten opzichte van iedereen onder alle omstandigheden te vertrouwen ben. Een van de situaties waarin het vertrouwen op de proef wordt gesteld is in het verkeer. Wie kan zeggen dat hij of zij het volste vertrouwen heeft in alle verkeersdeelnemers die je tegen kan komen?
Precies daarom lijkt een nieuw dilemma te zijn ontstaan over het mooie plan om het Kerkplein in het centrum van Hoorn om te toveren tot een ‘shared place’. Het kenniscentrum waar dit idee wordt gekoesterd en uitgedragen meldt over dit fenomeen: ‘Shared Space is een innovatief concept voor de inrichting van de openbare ruimte, waarbij wordt gestreefd naar ruimtelijke én democratische kwaliteit bij het zoeken naar oplossingen voor problemen in de openbare ruimte.’ In de uitwerking wordt benadrukt, dat het eigen verantwoordelijkheidsgevoel van de verkeersdeelnemers wordt aangesproken. Er staan immers nergens borden met ge- en verboden, met aanwijzingen hoe zich te gedragen. Alle verkeer is gelijkwaardig en geen enkele pleingebruiker kan zich beroepen op status van verkeersmiddel of richting van waaruit het plein wordt benaderd. Iedereen is gast.
Psychologen hebben gezien dat men zich in een dergelijke situatie anders gedraagt. En voor het merendeel van de mensheid (dat hoop ik althans) geldt dat men in zo’n verkeerssituatie meer rekening houdt met andere weggebruikers. Dit is theorie, dat voor een deel valide is verklaard via een aantal proefnemingen. Misschien dat men bij het observeren van menselijke verkeersgedragingen in een proeftuin bij een enkele onbeheerste manoeuvre gedacht heeft, dat dit slechts het gevolg is van er nog niet aan gewend zijn. Misschien vinden psychologen al gauw dat een eperiment geslaagd genoemd kan worden, wanneer een grote meerderheid zich gedraagt naar het beeld dat zij van de mens hebben.
De praktijk van verschillende ‘shared spaces’ in Nederland laat natuurlijk zien dat die eigen verantwoordelijkheid vaak gevoeld wordt, maar dat er ook een aantal weggebruikers is, die zich niet uitgedaagd voelt bij het zoeken naar ruimtelijke én democratische kwalitatieve oplossingen voor problemen in de openbare ruimte. Die rossen gewoon ijzerenheinig dwars door die gedeelde plekjes heen. Rücksichtlos! Daar hebben anderen last van en zorgen voor kritische stukjes in krant of elders.
De immer en dus ook tijdens recesperiodes waakzame VOCHoorn vangt uiteindelijk die berichten ook op. Hoewel men eerder het enthousiasme van GroenLinks wethouder van gezellig-al-die-verkeersdeelnemers-bij-elkaarzaken Samir Bashara voor een ‘shared space’ deelde, knaagt nu de twijfel aan de idealiteit van het plan. Elders gebeuren ongelukken doordat men maar wat aan verkeert op zo’n plein. Moeten we dat ook voor Hoorn verwachten? Mag een cynicus al voorspellingen doen over Basharaslachtoffers?
Het lijkt heel goed dat VOCHoorn ook tijdens het reces zich bezint op het goede voor de stad. Lof natuurlijk. Kom niet smalend met het gezegde: zoals de waard is, vertrouwt hij zijn gasten. De eerste reactie was er een van vertrouwen. Aart Ruppert, de hoofd-VOCHoornaar gunt zijn stadgenoten een mooie verkeersoplossing voor echte volwassenen. Het kan natuurlijk zijn dat zijn compaan, Hans Weeda, vanuit zijn werkzaamheden in een vorig leven, waar hij veel te maken kreeg met burgers die je maar niet te vaak op hun mooie woorden moest vertrouwen, hem heeft bijgepraat. Niet, dat zij vrezen voor achteloosheid van hun eigen stemvolk, van hen is niets te vrezen.
Ach, was iedereen maar op elk gebied te vertrouwen. Een veel te grote groep schijnbaar brave burgers is bereid hun kostbare stem te gunnen aan charlatans in de politiek, waarmee het gevaar vergroot wordt dat een hele samenleving verprutst wordt. Het zou zo maar kunnen zijn, dat een verkeersdeelnemer tegenwoordig beter te vertrouwen is dan de kiezers in een stemhokje.