Luisteren naar de column van Sjaak Grosthuizen: podcast
De gemeentefinanciën zijn tegenwoordig gauw eindig. Dat bleek deze week bij het bespreken van de kadernota, waarmee plannen worden besproken die straks allemaal iets te fikse rekeningen mee krijgen. Misschien zijn de te betalen rekeningen op zich niet extreem, maar wanneer er minder centen binnenkomen dan we moeten uitgeven, dan past zuinigheid. En zuinigheid hebben we gekend de afgelopen jaren. Dat komt door de landelijke overheid. Die houdt de hand op de knip en stuurt de gemeenten van ons land het bos in met de mededeling: zoek dat zelf maar uit.
Wat we alom horen is dat bijvoorbeeld de kosten voor de jeugdzorg niet meer op te brengen zijn. De jeugd van tegenwoordig is een zootje ongeregeld met problemen die om oplossingen schreeuwen en omdat die oplossingen allemaal buitenshuis gezocht moet worden, kost dat klauwen met geld. En natuurlijk zijn er meer ruimtevragers. Ik kende de term nog niet en dat hoewel ik uit een tijd stam waarbij oplettendheid tijdens schoollessen tot mooie maatschappelijke resultaten leidde, had ik er nog niet van gehoord. Het woord ruimtevragers staat ook niet in de lijstjes van mogelijke woorden van het jaar, zoals blokkeerfries, treitervlogger of sjoemelsoftware.
In de vergadering had men het volgens mij veelal over ruimtevragers, wanneer men mooie plannetjes buiten het coalitieakkoord om bedoelde. Daar zijn dus geen centen voor, maar dat hoefde de fracties niet te weerhouden ze toch te bedenken. En laat nu De Realistische Partij, waarvan woordvoerder Menno Jas zich realiseerde, dat het weinig zin had om met mooieplannetjesvoorstellen te komen, toch met een voorstel komen, dat ons zelfs wat extra kan opleveren. De productie van wiet, mits op de juiste manier geteeld, zou het plan van onze burgervader om samen met andere ruimer van geest zijnde gemeenten zelf wiet te telen, een kans van slagen hebben. Maar dan niet op een soort ambtenarenmanier gaan telen, want dan krijg je spul met een veel lagere THC-waarde dan de tot nu toe voor achterdeurgeleverde kwaliteit in de coffeeshops gebruikelijk is. Ik denk dat wanneer je precies wilt weten wat dat THC nu eigenlijk inhoudt, je niet te rade moet gaan bij Aart Ruppert van VOCHoorn, die wellicht het infatsoenlijke karakter van zijn fractie wilde etaleren door onwetendheid met dat rare spul te veinzen.
Nee, heb je vragen over wiet en hoe dat moet zijn, dan kun je bij Menno terecht. Of bij de mensen die hij kent. Kijk, wanneer je dat in kassen gaat verbouwen zonder de specifieke kennis die men hier en daar stiekem wel heel goed bezit, dan krijg je een product, dat je kunt vergelijken met jenever met een alcoholpercentage van 10 %, verklaarde hij. Ik denk dat ieder raads- en collegelid deze vergelijking wel snapte. Menno en de zijnen vrezen dat de vraag naar spul dat echt werkt dan blijft bestaan en dat daardoor de handel die wij met elkaar niet willen hebben nog groter zal worden.
Het idee van kweek door eigen overheid zal, zelfs wanneer het niet uitgevoerd wordt door de burgemeester en zijn buren, direct gerealiseerd kunnen worden. Telers zullen wel door de overheid worden aangewezen en misschien ben ik zo naïef om te denken dat Menno en mensen met verstand en ervaring die hij mogelijk kent, hierbij uitstekend van dienst kunnen zijn. Zelfs wanneer de benodigde stroom via zonnecellen op het dak en niet langs een illegaal lijntje naar het stroomnet binnenkomt. Om zo, onder het wakend oog van de burgemeester en misschien toch in een gemeentekas producten te maken die tegen een mooie prijs uitgevent kunnen worden en met een regelmatige afdracht naar de noodlijdende gemeentekas allerlei leuke ruimtevragers kunnen faciliteren.
Ach, ik zie een stralende toekomst rijzen, wanneer in Hoorn de teelt van de echte wiet van de grond komt. Hoornse kwaliteit kan een begrip worden in de hele wietwereld. Nederhasj wordt Hoornhasj met varianten die vernoemd worden naar Hoornse begrippen. Doe mij maar een nieuwenburgertje wordt dan een gevleugeld begrip in de coffeeshops en als die alweer uitverkocht is een jassie. Hoorn komt op de wereldkaart met hoofdletters en het aantal ruimtevragers kan niet te groot zijn. Als er maar geen geld gaat naar de linkse kunstfratsen, zou Menno zeggen.