Budgetsubsidiering is een goed middel om door de politiek gewenste doelen te bereiken. Voorwaarde is dan wel dat er tussen de gemeente en de te subsidiëren instelling duidelijke, meetbare en prikkelende afspraken worden gemaakt over de te leveren prestaties. Voor de gemeenteraad liggen hier kansen om duidelijke kaders te stellen. Die worden op dit moment nog onvoldoende benut. Dat concludeert de onafhankelijke rekenkamercommissie van de gemeente Hoorn in haar eerste onderzoeksrapport.
Budgetsubsidiering, waarbij meerjarige afspraken worden gemaakt, vraagt bovendien om een goede administratie en tijdige verantwoording in de afgesproken vorm, blijkt uit de rapportage.
Voor haar eerste onderzoek heeft de commissie gekozen voor het onderwerp budgetsubsidiering. Centrale vraag was of het lukt om met het systeem van budgetsubsidies de beleidsdoelen van de Hoornse politiek te vertalen in door de subsidievrager te leveren concrete producten. ‘Bij zo’n systeem is het de gemeenteraad die aangeeft wát er moet gebeuren en heeft de instelling de vrijheid om te bepalen hóe zij dat doet’, aldus rekenkamervoorzitter drs. Kim Brand.
De rekenkamercommissie heeft haar onderzoek gedaan aan de hand van een concrete casus, namelijk de diensten en de producten van de Hoornse bibliotheek. De bibliotheek is een van de zes instellingen die een budgetsubsidie krijgen. Met deze zes instellingen is in totaal rond 7 miljoen euro per jaar gemoeid.
Op grond van haar onderzoek komt de rekenkamercommissie tot de positieve uitspraak dat het systeem van budgetsubsidie een goed middel is om de politiek gewenste doelen te bereiken, mits aan een aantal voorwaarden is voldaan. Een daarvan is een kwalitatief goede planning en controlcyclus. Een tweede belangrijke voorwaarde is dat de te leveren prestaties SMART (specifiek, meetbaar, actueel, realistisch en tijdgebonden) worden geformuleerd. De commissie is ook van oordeel dat een dergelijk systeem hoge eisen op administratief gebied stelt. Ten slotte stelt het systeem ook eisen aan de te subsidiëren instelling. Deze moet de gemeentelijke doelstellingen kunnen vertalen in eigen beleid. En, nog belangrijker, de daaruit voortvloeiende diensten en producten vervolgens ook daadwerkelijk kunnen leveren. De rekenkamercommissie signaleert dat er in de bedrijfsprocessen bij de afdeling Welzijn die de subsidies verstrekt al grote vooruitgang is geboekt. Dan gaat het onder andere om procesbeschrijvingen, naleving en controle.
Op grond van haar concrete onderzoek naar de gang van zaken rond de subsidiering van de bibliotheek doet de commissie ook een aantal aanbevelingen.
• Om de kwaliteit te verhogen dient meer aandacht te worden besteed aan het van tevoren afspreken van duidelijke normen en prestaties. Er zou bijvoorbeeld gewerkt kunnen worden met een vierjarig convenant en een jaarlijks uit te werken product-prestatieovereenkomst.
• Onderzocht moet worden hoe de kaderstellende rol van de gemeenteraad ook in de programmabegroting beter uit de verf kan komen. Daarbij gaat het met name om de samenhang tussen de begroting, beleidsnota’s en andere documenten in de beleidscyclus van de gemeente.
Op 10 mei 2005 heeft de gemeenteraad de rekenkamercommissie ingesteld. Deze bestaat uit drie raadsleden en vier externe leden onder wie de onafhankelijk voorzitter. Het is de bedoeling dat de rekenkamer jaarlijks twee onderzoeken doet.