Geachte mevrouw de Jong,
U heeft vragen gesteld over (inspraak)procedures Bangert en Oosterpolder fase A-west. De situatie rond de ontwikkeling van fase A-west is complex. Om een juist beeld te geven van de keuzes waarvoor wij als gemeente staan, geven wij de situatie rond deze fase weer, voordat wij uw vragen beantwoorden.
Fase A-west valt binnen het bestemmingsplan ”Bangert en Oosterpolder, herziening ex artikel 30 WRO”, vastgesteld op 31 januari 2006. In het bestemmingsplan hebben de stroken grenzend aan de percelen van de Refter, de Coxlaan en de Kolenbergstraat de bestemming ’Woondoeleinden (uit te werken)”. Het Plukkerspad, de bomen en de naastgelegen sloot vallen binnen deze woonbestemming.
Het bestemmingsplan is een belangrijk instrument om onze volkshuisvestingsdoelstellingen te realiseren. Gegeven de huidige woningbehoefte streven wij naar het zo optimaal mogelijk benutten alle beschikbare gronden met een woonbestemming. Dat is ook nodig in het kader van het gemeentelijk grondbeleid. Het bestemmingsplan Bangert en Oosterpolder is het belangrijkste uitgangspunt voor de gelijknamige grondexploitatie. Om de in dit bestemmingplan opgenomen bestemmingen te kunnen realiseren heeft gemeente alle hiervoor benodigde gronden verworven. De verwervings- en overige voorbereidingskosten moeten worden gedekt met de opbrengst van de uitgifte van gronden. Het gedeeltelijk niet benutten van de woonbestemming heeft automatisch een negatief effect op de grondexploitatie. Dergelijke effecten proberen we tot een minimum te beperken, gezien het resultaat van de grondexploitatie Bangert en Oosterpolder. Dat brengt met zich mee dat we als gemeente keuzes moeten maken.
Woonbestemming met globaal karakter
In het kader van de uitwerkingsplicht van de woonbestemming hebben we het ontwerp-uitwerkingsplan Bangert en Oosterpolder fase A-west opgesteld. In lijn van de wijze waarop bestemmingsplannen voor ontwikkelingsgebieden worden vormgegeven, heeft de woonbestemming een globaal karakter gekregen. Het ontwerp-uitwerkingsplan geeft daardoor geen inzicht in de exacte situering van de woningen. Gebruikelijk is immers dat we als gemeente eerst de planologische en architectonische kaders vaststellen, voordat we samen met ontwikkelaars concrete verkavelingsplannen maken.
Onderzoeken
Om het uitwerkingsplan op te kunnen stellen, zijn verschillende onderzoeken uitgevoerd, waaronder bodemonderzoeken en een ecologisch onderzoek. Ook zijn globale studies verricht naar de bebouwingsmogelijkheden. Vanwege de plaats en omvang van de bomen in dit gebied bleek het zeer moeilijk de bebouwingsmogelijkheid te benutten met behoud van alle bomen. Mede op basis van het ecologisch onderzoek hebben we daarom een ontheffing Wet natuurbescherming aangevraagd. Al deze activiteiten hebben we uitgevoerd om te beoordelen of het uitwerkingsplan technisch en economisch uitvoerbaar is.
Perceel met kas onveilig
Tijdens dit voorbereidingsproces van de planvorming hebben we ook onderhandeld met de eigenaar van het perceel achter Koewijzend 12A en 12B. De onderhandelingen hebben in april 2018 geleid tot overeenstemming over de aankoop van zijn perceel. Het perceel met kas is nu eigendom van de gemeente.
Op 23 en 24 augustus 2018 brak brand uit op het bewuste perceel. Jongeren hadden er een hangplek gecreëerd. Na de brand constateerde de Politie dat de situatie waarin de kas verkeert een risico oplevert voor de veiligheid en gezondheid van de jongeren. Daarom heeft de Politie er bij ons op aangedrongen op korte termijn maatregelen te treffen. Daarbij zijn wij van mening dat alleen sloop van de vervallen kas het gewenste effect heeft. Om de kas te kunnen slopen moet het op het perceel aanwezige 600 m2 bosplantsoen (dat gedeeltelijk in de kas staat) en één boom langs het Plukkerspad worden verwijderd. Hiervoor hebben we een kapvergunning aangevraagd en verleend. Kap is op grond van de bepalingen in de Ontheffing Natuurbeschermingswet alleen mogelijk van half juli tot eind augustus en in oktober.
We hebben nu vastgesteld dat we over mogelijkheden ten aanzien van de invulling van de westzijde van A-west wellicht te snel conclusies hebben getrokken. We laten daarom nu verschillende mogelijkheden onderzoeken en gaan dan het gesprek aan met omwonenden en de Ontwikkelingsmaatschappij Hoorn (OMH). Daarbij sluiten we op voorhand geen enkele mogelijkheid uit en besluiten wij ook nog niets. Gedurende dit proces stellen we de kap van de 32 bomen en 1.900 m2 bosplantsoen uit. De boom en de 600 m2 bosplantsoen die moeten wijken voor de sloop van de kassen, laten we verwijderen zodra dat op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening mogelijk is. Dit, omdat we een zwaarder gewicht toekennen aan het aspect veiligheid, dan het belang de boom en het bewuste bosplantsoen te behouden.
Uw vragen en onze reactie daarop luiden als volgt:
Vraag 1: De bewoners hebben ruim een jaar moeten wachten op terugkoppeling na de eerste bewonersavond. Wederom wachten zij inmiddels meer dan 3 maanden op een reactie op hun zienswijze op het uitwerkingsplan van fase 3A Bangert en Oosterpolder? Waarom krijgen de bewoners geen reactie van de gemeente op hun zienswijze?
Antwoord Het ontwerp uitwerkingsplan ”Bangert en Oosterpolder, fase A-west” heeft van 12 april tot en met 23 mei 2018 ter inzage gelegen. Mede als gevolg van de tussenliggende vakantieperiode heeft een reactie op de ingediende zienswijzen inderdaad meer tijd gevergd dan gebruikelijk. We hebben de indieners van een zienswijze hierover op 1 augustus 2018 schriftelijk geïnformeerd. Daarnaast hebben we alle omwonenden op 6 september 2018 geïnformeerd over de situatie rond het uitwerkingsplan en de kap van de bomen. Ook hebben we iedereen die van de ontwikkelingen in Bangert en Oosterpolder op de hoogte wil worden gehouden, hierover via de nieuwbrief van 13 september 2018 geïnformeerd. Als gevolg van de discussie over de bomen langs het Plukkerpad hebben we de besluitvorming over het ontwerp uitwerkingsplan opgeschort.
Vraag 2: In het bomenbeleidsplan is als kader opgenomen dat u actief communiceert over de kap van de bomen. Waarom heeft u de bewoners aan de Coxlaan niet actief geïnformeerd over de voorgenomen aanvraag van een ontheffing en vergunning rond het Plukkerspad en bosplantsoen?
Antwoord: Bij de ontwikkeling van de locatie A-west hebben wij ons wellicht teveel laten leiden door de actuele status van het bestemmingsplan Bangert en Oosterpolder, herziening ex artikel 30 WRO. Wij realiseren ons achteraf dat dit ten koste is gegaan van een optimale communicatie richting bewoners. Daarbij moeten wij wel opmerken dat zij al vanaf 2006 op de hoogte zijn, of hadden kunnen zijn, van de bestemming van de desbetreffende gronden.
Vraag 3: Door te starten met de procedures rond de kap van bomen en de groenzone Plukkerspad, terwijl u weet dat dit onderwerp deel uit maakt van de zienswijze van de bewoners, geeft u het signaal af dat u niet geïnteresseerd bent in de mening van de bewoners. Hoe verhoudt dit zich tot uw ambitie van nieuwe politiek en het aangaan van verbinding met bewoners?
Antwoord: Voordat we zijn gestart met het opstellen van het uitwerkingsplan Bangert en Oosterpolder fase A-west hebben we twee bewonersbijeenkomsten georganiseerd. Tijdens deze bijenkomsten hebben we alle ideeën van bewoners en geïnteresseerden over de invulling van A-west geïnventariseerd. Voor zover de ideeën passen in het bestemmingsplan Bangert en Oosterpolder, ex artikel 30 WRO zijn ze ook verwerkt in het uitwerkingsplan. Deze aanpak past binnen onze ambitie om bewoners in een vroeg stadium bij een planvorming te betrekken en input te leveren. Op het moment dat de plannen concreter worden, gaan we weer terug naar de bewoners.
Processen rond bouwprojecten duren lang en wij begrijpen dat tussentijds informeren kan helpen om meer inzicht te geven in de activiteiten. Wij realiseren ons dat we dit rond de procedure van de kap van de bomen en de groenzone rond het Plukkerspad niet voldoende hebben gedaan.
Vraag 4: De RUD heeft aangegeven dat er een beschermde diersoort aanwezig is in het gebied (steenuil) en wijst u op de verbodsbepalingen en waarschuwt u voor het mogelijk stilleggen van de werkzaamheden omdat u ervoor heeft gekozen hier geen ontheffing voor aan te vragen. Waarom zet u de kap door, terwijl u weet dat er een beschermde diersoort aanwezig is?
Antwoord: Voor de ontheffing Wet natuurbescherming heeft bureau Altenburg & Wymenga een ecologisch onderzoek uitgevoerd. Tijdens het daarbij uitgevoerde veldonderzoek is de gewone dwergvleermuis aangetroffen. De verleende ontheffing heeft alleen betrekking op deze beschermde diersoort. Tijdens het veldonderzoek is de steenuil niet aangetroffen. De reden dat de steenuil wel in de ontheffing wordt vermeld, is toe te schrijven aan het voorkomen van deze diersoort in het buitengebied. Dit feit is voor de Regionale Uitvoeringsdienst Noord-Holland-Noord (RUD) aanleiding geweest om in de ontheffing voorwaarden op te nemen ten aanzien van de steenuil.
Overeenkomstig de bepalingen in de ontheffing heeft Altenburg & Wymenga een werkprotocol opgesteld. Hierin is vastgelegd dat het bureau de bomen inspecteert op de aanwezigheid van broedende vogels en vleermuizen voor een eventuele kap. Daarmee sluiten we het risico uit te handelen in strijd met de Wet en/of de verleende ontheffing.
Vraag 5: De gemeente heeft de bewoners laten weten dat de kap hoe dan ook doorgaat, ongeacht het bezwaar dat zij tegen de kap hebben gemaakt. Vindt u dit getuigen van behoorlijk bestuur?
Antwoord: In artikel 4:11 b van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) is bepaald dat een vergunning pas van kracht wordt, nadat gedurende de bezwarentermijn geen bezwaar is ingediend, dan wel: • afwijzend is beslist op een ingediend bezwaar of; de Rechtbank een verzoek om voorlopige voorziening heeft afgewezen.
Het is nimmer onze intentie geweest om in dit verband te handelen in strijd met de bepalingen van de APV. Nadat een bezwaar is ingediend, hebben we voorbereidingen voor de kap van alle bomen en het bosplantsoen stilgelegd. Daarover hebben we de omwonenden met de brief van 6 september 2018 geïnformeerd.
Vraag 6: In het door de raad vastgestelde bomenbeleidsplan is het Plukkerspad opgenomen als secundaire groenstructuur die actiefin stand gehouden moet worden en ingepast dient te worden bij nieuwbouw. Is het juist dat u voornemens bent om in dit kader te negeren, zonder de raad hierover te informeren?
Antwoord: Bij de ontwikkeling van fase A-west moeten we allereerst rekening houden met het door de raad vastgestelde bestemmingsplan Bangert en Oosterpolder, herziening ex artikel 30 WRO en de bijbehorende grondexploitatie. Daarnaast moeten we rekening houden met het Bomenbeleidsplan. We rekenen het tot onze verantwoordelijkheid om binnen de kaders van het bestemmingsplan en de grondexploitatie keuzes te maken. In dit geval bestaat er spanning tussen de bepalingen van het bestemmingsplan en de beleidsnotitie, waarbij het bestemmingsplan als kader stellend instrument zwaarder weegt en in dit geval ook eerder vastgesteld dan het Bomenbeleidsplan.
Vraag 7: Het verzoek om de bomenrij en bosplantsoen te behouden is naar de mening van de PvdA fractie heel redelijk. Waarom geeft u geen gehoor aan de wens van de bewoners en past u de nieuwe bebouwing zo in dat de bomen behouden kunnen worden? Antwoord: De komende tijd laten we onderzoeken of het toch mogelijk is de bomen langs het Plukkerspad te behouden. Op basis van de resultaten van het onderzoek gaan we het gesprek aan met omwonenden en de Ontwikkelingsmaatschappij Hoorn. Mocht dat leiden tot de keuze om alle bomen voor een deel of helemaal niet te behouden, dan zullen we de raad daarover informeren. Leidt de keuze tot het aanpassen van het bestemmingsplan en/of tot een substantieel nadeel voor de grondexploitatie, dan spreekt het voor zich dat we die keuze ter besluitvorming voorleggen aan de gemeenteraad.
Vraag 8: Bent u bereid om de kap van het Plukkerspad en bosplantsoen uit te stellen en met de bewoners om tafel te gaan om te onderzoek welke alternatieven mogelijk zijn? Antwoord: De boom en het bosplantsoen die moeten wijken om de sloop van de kas op het perceel achter Koewijzend 12A en 12B te kunnen slopen, laten we kappen zodra dat mogelijk is binnen het bepaalde van de APV. Dit, in verband met de grote veiligheidsrisico’s. Het verwijderen van de overige bomen en het bosplantsoen hebben we uitgesteld.
Met vriendelijke groet.
Burgemeester en wethouders van Hoorn
de secretaris
de burgemeester