Het televisieprogramma Opsporing Verzocht laat dinsdag beelden zien van de dader van de kunstroof uit het Westfries Museum in Hoorn. In de uitzending wordt voor het eerst toegegeven dat de inbraak kinderlijk eenvoudig is geweest: De inbrekers hebben simpelweg de bewegingsmelders afgeplakt. Dat zou zelfs al voor de inbraak gebeurd kunnen zijn.
Ruim een jaar geleden verdwenen tientallen kunstwerken ter waarde van 10 miljoen euro uit het museum. Van de buit is tot op heden niets teruggevonden, zo bevestigde een politiewoordvoerder maandag.
De beelden in het programma zijn gemaakt door een beveiligingscamera van een nabij het museum gelegen verzorgingshuis. Daarop is de dader te zien, die zich met een kar vol kunst uit de voeten maakt. Volgens de politie is de man echter niet of nauwelijks te herkennen.
De politie laat de beelden desondanks zien, om eventuele getuigen een goed beeld van de roof te tonen. „We hebben al veel getuigen gehoord, maar die zeggen niets bijzonders te hebben opgemerkt. We hopen door een compleet beeld van de roof te tonen, dat mensen zich alsnog iets herinneren”, aldus de woordvoerder.
In de opsporingsprogramma’s wordt een reconstructie getoond waarbij te zien is dat een dief zich in het museum laat insluiten nadat hij eerder de alarminstallatie onklaar heeft gemaakt door de bewegingsmelders in de verschillende ruimtes van het museum af te plakken met tape, waardoor ze onbruikbaar zijn geworden. De manipulatie heeft mogelijk al voor zondag 9 januari plaatsgevonden. Het alarm werd op donderdag 6 januari nog getest en moet dus na die datum onklaar zijn gemaakt, waarschijnlijk terwijl het museum geopend was.
Nadat de dader(s) de schilderijen uit hun lijst en van het spieraam hadden gehaald en het zilver uit de vitrinekasten hadden gepakt, werden de museumstukken via een oud kelderluik naar de binnenplaats gebracht. Op een karretje van het museum, wat op de binnen plaats van het museum stond, zijn deze stukken geladen en van daaruit is de dader of zijn de daders door de Proostensteeg naar ’t Achterom gelopen. Op een bewakingscamera is daar om acht over half zes ’s ochtends een kleine man of vrouw van circa één meter zestig gesignaleerd met het handkarretje. Aan het eind van ’t Achterom stond waarschijnlijk een auto geparkeerd.
De politie zoekt getuigen die de kleine man of vrouw met een handkar hebben zien lopen of iets verdachts hebben gezien op maandagochtend 10 januari 2005. Maar ook museumbezoekers wordt gevraagd te reageren als men denkt iets opvallends te hebben gezien op de dag(en) voor de diefstal of die deze dagen foto’s of videobeelden in het museum hebben gemaakt. Het rechercheteam is bereikbaar via 0900-8844.
Het onderzoek naar de museumroof is in handen van een bovenregionaal rechercheteam. Van de zestig zilveren kunstvoorwerpen en meer dan twintig schilderijen is ruim een jaar na de diefstal nog niets teruggevonden. Een lijst van de gestolen kunst is in handen van de reguliere kunsthandel, maar volgens de politie is daar tot op heden nog niets van de gestolen buit aangeboden.