Documentaire over executies bij de Grote Kerk in Hoorn op 4 januari 1945.
Ze is voor het publiek in Cinema Oostereiland in Hoorn te zien op 6 mei om 15.00 uur en om 20.00 uur en op 7 mei om 20.00 uur.
Ben Dekker was zestien toen hij op 4 januari 1945 voor de Grote Kerk in Hoorn zag dat Duitse militairen vijf Nederlandse mannen doodschoten. „Dat beeld blijf ik voor me houden, elke keer als ik hier langs loop”, zegt hij in de nieuwe documentaire ’De oorlog van mijn vader’. Hij is hierin de enige getuige die het niet droog houdt en zijn zakdoek tevoorschijn haalt om zijn ogen te drogen. Maar het verdriet en de onmacht bij de andere Hoornse getuigen van de moordpartij is er 72 jaar later niet minder om.
Door met hen te praten, achterhaalt documentairemaker Joost Schrickx wat de tragedie met hen heeft gedaan. In het eindresultaat mengt hij beelden van de jaarlijkse stille tocht op 4 mei door Hoorn met hun verklaringen. Zoals Ben Dekker, die nog steeds met angstig gezicht zegt: „Ik ben verschrikkelijk geschrokken.” Frans Zack: „Ik zat achter het ijzeren hekje bij de kerkmuur naar de andere voetballende jongens te kijken toen ik daar weg moest. Ik passeerde de vijf mannen die geëxecuteerd werden.” Hans Appel: „Veel mensen stonden al te huilen voordat er geschoten werd.”
Ze hoorden de schoten. Reteketet! Zagen vier mannen direct vallen waarna de vijfde door de knieën zakte en om zijn moeder riep waarna het genadeschot voor hem klonk. „Rotmoffen”, zegt Annigje Attevelt. „Die Duitse soldaten waren hartstikke jong. Ze wisten al lang dat ze de oorlog zouden verliezen.” Herman Freesen: „Wij werden verplicht om naar de executies te kijken.”
Kleine angsten
’De oorlog van mijn vader’ is niet het verhaal van de vijf mannen die werden geëxecuteerd als represaille voor de moord op een Nederlandse SS-er. Het is de zoektocht van Joost Schrickx naar de angst die zijn vader moet hebben gehad doordat de executies dichtbij zijn huis in de Kerkstraat plaatsvonden. Een zoektocht die hij startte, nadat zijn vader al was overleden, omdat hij zijn vader alsnog wilde begrijpen. „Ik besef nu dat oorlog niet alleen gaat om grote bombardementen en het afvoeren van mensen, maar ook om de kleine angsten waar mensen mee moeten leven. Voor de getuigen zou hun leven na de executies nooit meer normaal worden. Zij kunnen dit nog steeds geen plek geven.”
Duidelijk wordt niet of zijn vader daadwerkelijk getuige was van het doodschieten van het vijftal. Veel wees daar wel op, maakt Joost’ broer Jaap Schrickx in de documentaire duidelijk: „Hij had last van nachtmerries en werd soms schreeuwend wakker.” Bovendien liet vader na zijn overlijden twee plakboeken na over de oorlog, waarin ook het pamflet zit waarmee de Duitse bezetter de executies aankondigde en dat hij als tiener van de straat haalde .
Meelopen in de stille tocht vanaf de Westerdijk naar het Kerkplein - zoals ook de vermoorde mannen destijds de stad in kwamen - zag de vader van Joost Schrickx als zijn jaarlijkse plicht. De namen van de omgebrachte mannen worden pas op het eind van de documentaire getoond op hun graven op het ereveld in Bloemendaal. Een bewuste keuze. Dit is niet hun verhaal; het zijn de getuigen van hun moord die spreken. Opvallend praten zij verschillend over het aantal getuigen op het plein en de exacte plek van de executies. Ze hebben het allemaal anders beleefd. En daar vaak over gezwegen.
„Herinneringen worden weggestopt, gebagataliseerd en onderschat”, zegt Schrickx. „Dit thema is universeel, dus hoop ik dat ook veel mensen van buiten Hoorn de documentaire willen zien.”
Oostereiland wil de film jaarlijks rond 4 mei vertonen.
Bij de foto: Documentairemaker Joost Schrickx (rechts) en getuige Herman Freesen bij de Grote Kerk in Hoorn, waar op 4 januari 1945 vijf mannen werden geëxecuteerd.