De Gemeente Hoorn betaalt wel mee aan de opknapbeurt voor de beschadigde betonnen trappartij voor de nieuwe schouwburg. Eind december stuurde de gemeente een persbericht rond met de kop ”Trap schouwburg wordt geheel vervangen op kosten van leverancier”. In het bericht werd de indruk gewekt dat de aannemer alle kosten voor de opknapbeurt zou betalen. Uit een verslag van de vergadering van Burgemeester en Wethouders op 20 december blijkt Hoorngids.nl dat er wel kosten voor de gemeente zijn.
Dit is de letterlijke tekst uit het verslag:
”Het college besluit conform advies akkoord te gaan met het vervangen van de bestaande trap door dezelfde trap, maar dan van goede kwaliteit; de trap begin juli 2006 te laten aanleggen; een beperkte bijdrage te verlenen in verwijdering en aanleg van de trap; de raad schriftelijk te informeren dat de leverancier de huidige trap op zijn kosten zal vervangen.”
Fijntjes staat er nog bij:
”NB de bijdrage is geen tegemoetkoming in de kosten, maar
maakt oplossing van andere onvolkomenheden van de trap
mogelijk.”
Blijkbaar was er dus meer met de trap aan de hand. Misschien moet de Gemeente toch nog duidelijker communiceren met de politiek en de burgers. Een persbericht verspreiden waarin staat ”De hardsteenkleurige betonnen trap op het voorplein van Schouwburg en Congrescentrum het Park wordt op kosten van de aannemer vervangen door een geheel nieuwe hardsteenkleurige betonnen trap” geeft toch geen volledig beeld. Hoeveel kosten de extra aanpassingen de Hoornse gemeenschap nu? Dat weten we niet. Wel weten we dat het ’prachtige’ voorpleintje nu al ruim een miljoen euro heeft gekost!
Nog een zin uit dat persbericht van de Gemeente:
”B en W willen de werkzaamheden bovendien aangrijpen om ook de lichtlijnen onder de traptreden te laten verbeteren en de trap beter “op afschot” te maken. Daardoor blijft er minder water op de trappen staan.”
Behoort een goede aannemer trappen niet direct zo aan te leggen dat er geen water op blijft staan? Waarom moeten we daar extra voor betalen? En heeft niemand van te voren bedacht dat er in het donker mensen over de trap zouden kunnen struikelen?
Nog meer ”Park-problemen”...
Ook op een heel ander vlak vangt de hoge groene toneeltoren van schouwburg Het Park veel wind. Deze week werd bekend dat Hoornse horeca-ondernemers zich mateloos ergeren aan oneerlijke concurrentie door Park-restaurant ”Midzomernachtsdroom” en dancefeesten in de schouwburg.
”De gemeente Hoorn beconcurreert de horeca valselijk met dancefeesten in de schouwburg. Horecabedrijf De Curator is gesloten omdat het bedrijf niet langer kon concurreren met de gesubsidieerde deejays van Het Park”, schrijft de ’horecawaakhond’ Bureau Eerlijke Mededinging (BEM) aan de provincie Noord-Holland. Het bureau is door de Hoornse horeca ingeschakeld om een eind te maken aan wat de horeca als valse concurrentie ziet.
Overigens is de gemeente wel voornemens om het restaurant te privatiseren, maar de vraag blijft of een ’zakelijk’ Park-restaurant dan niet met een enorme gemeentelijke bruidschat begint. De dancefeesten blijven in de schouwburg omdat die er volgens wethouder Tonnaer thuis horen: ”Het theater heeft een zaal met een vlakke vloer, speciaal voor dit soort evenementen.’’ En wij maar denken dat zo’n kleine zaal met vlakke vloer er was voor kleine toneel- en muziekuitvoeringen...
De grootste horeca-ondernemer in Hoorn, Martin Mutter, eigenaar van veel horeca-panden en -zaken, houdt zich normaal verre van uitspraken in de pers. Hij is echter zo teleurgesteld in het Hoornse horeca-beleid dat hij op de Web-log van onze burgemeester Van Veldhuizen (zie www.Hoorn.nl) zelfs een reactie plaatste:
”Geachte heer Van Veldhuizen,
Bij het aantreden als burgervader van de gemeente Hoorn had ik het genoegen een persoonlijk gesprek met u te mogen hebben. In dit gesprek is er bij mij een positieve indruk blijven hangen dat U er wat van wilde maken in Hoorn, ik heb me dan ook een tijdje rustig gehouden op het gemeentelijke bestuursvlak. Je moet tenslotte iemand een kans geven. Wat schertst mijn vebazing echter na de zoveelste publikatie in het onvolprezen Noord Hollands dagblad en met name die van 29 november blijkt deze indruk geheel verdwenen. U zegt te gaan kijken of het mogelijk is een zoveelste paracommeciele instelling wederom te gaan voorzien van een vergunning tot latere openstelling. In andere publikatie’s wordt er door de gemeente op gewezen dat de huidige horecaondernemers eigenlijk hun vak niet verstaan en bijvoorbeeld niet bereid zijn tot nieuwe en andere initiatieven.
Vindt U het gek in een dorp waar de gemeente je grootste concurrent is. Is het supersponseren van een restaurant niet genoeg, dan geef je je eigen theater toch alle mogelijkheden om met de plaatselijke horeca te wedijveren.
Het wordt toch eens tijd dat de gemeente inziet dat concurentie alleen van de grond komt als er gelijke kansen zijn, en dus de ondernemer niet elk moment moet nadenken waar de gemeente ook zijn geld door de afvoer laat weglopen. Kortom het wordt weer tijd voor actie ! Ik ga ervan uit dat U begrip heeft voor ons standpunt in deze. Dat U dit bericht niet openbaart begrijpen wij wel weer.
Met vriendelijke groet,
Martin Mutter (Horeca) Ondernemer in hart en nieren”
29 november 2005