HOORN - „Je zou mogen verwachten dat geen dingen in rekening worden gebracht die niet worden uitgevoerd”, stelt Hugo Keuzenkamp, bestuurder van het Westfriesgasthuis in Hoorn, vandaag in de Telegraaf. De praktijk blijkt in de zorg echter weerbarstiger. De marktwerking in de zorg (anno 2005) kent een hoge prijs. De invoering van een nieuw betalingssysteem dat er voor moest zorgen dat de zorgkosten zouden dalen, bleek zo lek als een mandje.
Onder de kop ”Marktwerking wordt duur betaald” meldt de Telegraaf verder:
”Voordat de marktwerking in 2005 zijn intrede deed in de zorg, was het de overheid die bepaalde hoeveel geld de ziekenhuizen jaarlijks kregen om behandelingen uit te voeren. Omdat de kosten maar bleven stijgen, gemiddeld met zo’n 5% per jaar, werd besloten de zaken anders aan te pakken. De markt van vraag en aanbod moest zijn werk gaan doen. De concurrentiestrijd tussen ziekenhuizen en andere zorgaanbieders zou zorgen voor lagere prijzen.
Daarvoor moest wel duidelijk worden wat bepaalde behandelingen moesten kosten. Daartoe werd de zogeheten diagnosebehandelingcombinatie (DBC) ingevoerd. De Nederlandse Zorgautoriteit zegt in het rapport Van fabels naar feiten uit 2012 er het volgende over: ’De nieuwe stelselwijziging in declareren per DBC ging onnodige ligdagen, complicaties en onnodige diagnostiek tegen. Maar: elk nieuw product levert geld op en waar je voor betaalt, krijg je veel van, is een klassieke wet in de gezondheidseconomie. We konden er op wachten.’ De zorgkosten bleven echter stijgen. Die toename is deels te verklaren uit het oppompen van rekeningen door zorgaanbieders.”
Lees het gehele verhaal vandaag in de Financiële Telegraaf.