HOORN – Namens het Museum van de Twintigste Eeuw en Cinema Oostereiland dreigt mr. J.J. de Boer van Oprecht Advocaten de gemeente Hoorn met een claim van minimaal 30.000 euro. De instellingen moeten hun LED-scherm aan een gevel op het Oostereiland verwijderen, maar hebben van de gemeente wel toestemming gekregen. De kwestie speelt al enkele maanden, maar de instellingen kregen geen enkel gehoor bij de gemeente.
Advocaat Jasper de Boer geeft het College van B&W van Hoorn acht dagen de gelegenheid om de aansprakelijkheid “voor de geleden en nog te lijden schade” te erkennen, anders zal men “verdere rechtsmaatregelen moeten treffen”. In zijn brief aan de gemeente concludeert hij: “Op dit moment is er nog geen (materiele) schade, maar het ziet er naar uit dat de culturele instellingen schade gaan lijden. Immers, er ligt al een sommatie van de VvE.” De VvE (Vereniging van eigenaren van de appartementen op het Oostereiland) heeft vorige week in een brief ge-eist dat het museum en de cinema het LED-scherm zouden verwijderen.
Volgens de advocaat heeft de gemeente vanuit menselijk én juridisch perspectief onjuist gehandeld: “Het college heeft niets gedaan om het probleem op te lossen. Talloze verzoeken tot overleg van de culturele instellingen worden bewust genegeerd. Vervolgens wordt gesteld dat de gemeente ‘geen positie’ zou hebben.” In de brief legt de advocaat stap voor stap uit hoe de zaak zich de afgelopen jaren heeft ontwikkeld.
De advocaat van de twee culturele instellingen schrijft aan B&W dat er op meerdere fronten schade is of dreigt: “De schade is groot. In de eerste plaats € 30.000 voor het scherm. In de tweede plaats imagoschade voor de culturele instellingen. De publieke opinie ziet de culturele instellingen ten onrechte als daders. Ook is de sfeer op het Oostereiland nu slecht. Tot slot moet er ook nog een oplossing komen voor de zichtbaarheid van de culturele instellingen. Die oplossing moet in kwaliteit gelijk zijn aan de huidige situatie en moet ook bekostigd worden. Als die kwaliteit minder is, krijgen de culturele instellingen minder bezoekers en is sprake van blijvende schade die moet worden vergoed.”
In de brief wordt ook duidelijk dat de instellingen teleurgesteld zijn over het gebrek aan communicatie. Op brieven en mails aan wethouder en B&W kwam geen reactie en uiteindelijke werden vorige week maar de antwoorden op vragen van de Fractie Tonnaer doorgestuurd als soort van antwoord. “Dit is niet alleen onjuist uit juridisch oogpunt, maar vooral uit menselijk perspectief onbegrijpelijk.” Aldus de brief van de advocaat.
Vanuit juridisch perspectief is er volgens de advocaat van de instellingen maar één conclusie denkbaar: “De gemeente biedt aan de plaatsing van het LED-scherm als eigenaar/opdrachtgever af te handelen. De gemeente vraagt als eigenaar van de gevel de vergunning aan. Het had op de weg van de gemeente gelegen om de toezegging als eigenaar/aanvrager waar te maken. De culturele instellingen zijn pas kosten gaan maken, toen de vergunning rond was. De culturele instellingen mochten toen verwachten dat zij het scherm ook op konden hangen. Niet alleen vanuit publiekrechtelijk perspectief, maar ook vanuit privaatrechtelijk perspectief. Ze hadden immers altijd contact gehad met de eigenaar.”
Ook zou de gemeente Hoorn niet alle mogelijkheden hebben benut om tot een oplossing te komen: “De gemeente heeft vervolgens haar handelen niet laten bepalen door de toezeggingen aan de culturele instellingen. De gemeente heeft verzuimd als verkoper mededeling te doen aan de kopers van de appartementen. Een andere optie was de vestiging van een erfdienstbaarheid (hetgeen vrij eenvoudig zou zijn geweest). Tot slot had de gemeente ook als stemgerechtigde in de VvE toestemming kunnen geven. De principiële bezwaren in dat kader zijn onbegrijpelijk. Als de gemeente als eigenaar voorstander is van een LED-scherm op het Oostereiland, is de gemeente dat als gedeeltelijk eigenaar natuurlijk nog steeds. Er is geen enkele reden om vervolgens de koers van de VvE te laten bepalen door enkele eigenaren.”
De brief van Oprecht Advocaten is maandag door de gemeente Hoorn ontvangen. Maandagmiddag werden de directies van het Museum van de Twintigste Eeuw en Cinema Oostereiland uitgenodigd voor een onderhoud met verantwoordelijk Oostereiland-wethouder Louwman. Advocaat De Boer zal bij dit onderhoud aanwezig zijn.
Lees hier de hele brief die in afschrift aan de gemeenteraad en de pers is verzonden:
College van B&W van de
gemeente Hoorn
Postbus 603
1620 AR HOORN
Hoorn, 18 februari 2013
Betreft: Museum van de Twintigste Eeuw & Cinema Oostereiland / Gemeente Hoorn
Dossiernummer: 20132225/JB/aw
Behandelend advocaat: mr. J.J. de Boer
Uw kenmerk: nnb
Geacht college,
Inleiding
Namens de culturele instellingen, Stichting Museum van de Twintigste Eeuw en Stichting Cinema Oostereiland (hierna: de culturele instellingen), bericht ik u aangaande het LED-scherm als volgt.
Hoewel de culturele instellingen en de gemeente vanaf de eerste ontwikkeling van het Oostereiland met elkaar optrokken, moesten de culturele instellingen uit de beantwoording van de vragen van de Fractie Tonnaer (24 januari 2013, 13.01960) opmaken dat de gemeente het probleem aan de culturele instellingen laat. Dit is niet alleen onjuist uit juridisch oogpunt, maar vooral uit menselijk perspectief onbegrijpelijk.
Hieronder zal ik kort de feiten schetsen, een analyse maken en een conclusie trekken.
Feiten
1. Reeds in 2010 en 2011 hadden er gesprekken plaats tussen de gemeente en de gebruikers van het Oostereiland. Ook de zichtbaarheid van de culturele instellingen was een gespreksonderwerp. Dat de stad wil laten zien waar de culturele instellingen gevestigd zijn, is logisch, maar er moest ook rekening gehouden worden met de monumentale waarde. Daarom werd een oplossing gevonden in een sobere bewegwijzering. Geen banieren en vlaggen, maar één LED-scherm, als onderdeel van de totale bewegwijzering.
2. De gemeente gaf als eigenaar toestemming voor plaatsing van het scherm en bood ook aan als eigenaar de aanvraag te doen.
3. Toen de vergunning verleend was, gaf de gemeente aan: “Jullie kunnen het scherm plaatsen”. De culturele instellingen hebben vervolgens € 30.000 aan ‘cultureel geld’ geïnvesteerd in het scherm. De gemeente heeft € 5.000 bijgedragen in de kosten.
4. Tijdens het gebruikersoverleg op 23 mei 2012 stelde projectwethouder Louwman zich voor en zei graag in contact te blijven. Partijen zouden hem altijd kunnen aanspreken op zaken die het Oostereiland betreffen.
5. In het gebruikersoverleg van 4 september 2012 wordt de plaatsing van het scherm aangekondigd.
6. Bij de plaatsing later in september 2012 voelen de eigenaren van de appartementen zich overvallen. Op 26 september 2012 erkent wethouder Louwman in de krant dat de gemeente verkeerd gehandeld heeft. Er is door de gemeente niet goed gecommuniceerd.
7. De culturele instellingen hebben vervolgens heel veel e-mails en brieven verzonden aan het college met het verzoek tot overleg. Er is zelfs een financieel aanbod gedaan om het geschil te beslechten. Er is niet één reactie van het college op gekomen. De behandelend ambtenaar heeft slechts medegedeeld dat het college er aan hecht dat de culturele instellingen het dure scherm verwijderen. Een reactie, laat staan een gewoon gesprek, bleek niet mogelijk.
8. Voorts vragen de culturele instellingen al maanden (sinds de verlening) regelmatig om een afschrift van de vergunning. Er is geen enkele reden om die niet te verstrekken, maar het college reageert niet eens.
9. Nu begrijpen de culturele instellingen uit de brief aan Fractie Tonnaer dat het een probleem zou zijn tussen de VvE en hen. De gemeente stelt simpelweg dat het een civielrechtelijke kwestie is waar de gemeente niet bij betrokken is.
Analyse
Het bovenstaande is vooral uit menselijk perspectief pijnlijk. Het college heeft niets gedaan om het probleem op te lossen. Talloze verzoeken tot overleg van de culturele instellingen worden bewust genegeerd. Vervolgens wordt gesteld dat de gemeente ‘geen positie’ zou hebben. Geen positie om een gewoon gesprek te voeren over de ontstane situatie? Dit terwijl wethouder Louwman in de algemene raadscommissie op 15 januari 2013 stelt dat hij zich inzet om het onderlinge gesprek te initiëren.
Vanuit juridisch perspectief is er ook maar één conclusie denkbaar. De gemeente biedt aan de plaatsing van het LED-scherm als eigenaar/opdrachtgever af te handelen. De gemeente vraagt als eigenaar van de gevel de vergunning aan. Het had op de weg van de gemeente gelegen om de toezegging als eigenaar/aanvrager waar te maken. De culturele instellingen zijn pas kosten gaan maken, toen de vergunning rond was. De culturele instellingen mochten toen verwachten dat zij het scherm ook op konden hangen. Niet alleen vanuit publiekrechtelijk perspectief, maar ook vanuit privaatrechtelijk perspectief. Ze hadden immers altijd contact gehad met de eigenaar.
De gemeente heeft vervolgens haar handelen niet laten bepalen door de toezeggingen aan de culturele instellingen. De gemeente heeft verzuimd als verkoper mededeling te doen aan de kopers van de appartementen. Een andere optie was de vestiging van een erfdienstbaarheid (hetgeen vrij eenvoudig zou zijn geweest). Tot slot had de gemeente ook als stemgerechtigde in de VvE toestemming kunnen geven. De principiële bezwaren in dat kader zijn onbegrijpelijk. Als de gemeente als eigenaar voorstander is van een LED-scherm op het Oostereiland, is de gemeente dat als gedeeltelijk eigenaar natuurlijk nog steeds. Er is geen enkele reden om vervolgens de koers van de VvE te laten bepalen door enkele eigenaren.
Conclusie
Op dit moment is er nog geen (materiele) schade, maar het ziet er naar uit dat de culturele instellingen schade gaan lijden. Immers, er ligt al een sommatie van de VvE.
De schade is groot. In de eerste plaats € 30.000 voor het scherm. In de tweede plaats imagoschade voor de culturele instellingen. De publieke opinie ziet de culturele instellingen ten onrechte als daders. Ook is de sfeer op het Oostereiland nu slecht. Tot slot moet er ook nog een oplossing komen voor de zichtbaarheid van de culturele instellingen. Die oplossing moet in kwaliteit gelijk zijn aan de huidige situatie en moet ook bekostigd worden. Als die kwaliteit minder is, krijgen de culturele instellingen minder bezoekers en is sprake van blijvende schade die moet worden vergoed.
Gezien het bovenstaande verzoek ik uw college de aansprakelijkheid voor de geleden en nog te lijden schade te erkennen binnen 8 dagen na dagtekeningen van deze brief. Als ik niet van u verneem, zullen de culturele instellingen rechtsmaatregelen moeten treffen.
Voorts ontvang ik graag binnen 8 dagen na dagtekening van deze brief een kopie van de vergunning.
Op zich ligt een gesprek natuurlijk in de rede, maar de hoop daarop is bij de culturele instellingen de afgelopen maanden vervlogen.
Hoogachtend,
J.J. de Boer