HOORN - Een schout die zijn hond een plechtige begrafenis geeft, burgemeesters die een scheve schaats rijden, priesters die meer met lichamelijk genot dan het zieleheil bezig zijn, admiraals die aan dek zitten te breien , corrupte VOC bestuurders en frauderende hoogleraren. Dit bonte gezelschap trekt aan u voorbij in de tentoonstelling ‘Roddel en Achterklap uit de Gouden Eeuw’, die vanaf 1 december te zien is in het Westfries Museum in Hoorn.
Een vermakelijke en verhelderende expositie die een inkijkje geeft in de roddelcultuur van onze voorouders in de zeventiende eeuw. Conclusie ; er is in die 400 jaar in essentie weinig veranderd.
Klappen
In 2006 ondervroeg TNS NIPO duizend Nederlanders naar hun roddelgedrag. Een meerderheid van de ondervraagden vond roddelen geen slechte eigenschap. Roddelen verbroedert, het schept een band, was een veelgehoorde mening. Wetenschappers bevestigen dit. Roddelen heeft een functie in de sociale controle en het is ook nog eens vermaak.
Dat laatste is vandaag de dag evident. Roddel is big business, entertainment. Hoofdredacteuren, presentatoren en zelfs de paparazzi zijn Bekende Nederlanders. Roddel is in, geaccepteerd en stevig geworteld in onze huidige cultuur.
Hoe was dat 400 jaar geleden? Welke functie had roddelen toen en wie hielden zich er mee bezig? Was er toen ook al zoiets als een roddelpers? En als we het toch over vermaak hebben, wat waren de meest spraakmakende roddels uit de Gouden Eeuw ? Op al deze vragen geeft deze tentoonstelling ‘Roddel en Achterklap uit de Gouden Eeuw’ antwoord.
Drekpoëten
Het woord roddelen bestond nog niet in de zeventiende eeuw. Roddel was achterklap en voor roddelen gebruikte men het werkwoord klappen. Meer dan tegenwoordig had het roddelen in de Gouden Eeuw een informatiefunctie. Voor velen was het een manier om aan informatie te komen. Kranten en bladen bestonden nog niet. En dus was er een markt voor nieuwtjes. En daarvoor gold een ijzeren wet, des te sensationeler het verhaal en bekender de hoofdpersoon des te beter verkocht het.
Er waren schrijvers en drukkers die in die behoefte voorzagen. Onze voorouders hadden de keus uit een keur aan boekjes, gedichten, liederen en schotschriften, die door pamfletverkopers aan de man werden gebracht. Vele van die pamfletten zijn op de tentoonstelling te zien.
Sommige schrijvers, zoals de Amsterdammers Mattheus Tengnagel en Jan Zoet, waren heuse riooljournalisten. Drekpoëten werden deze schrijvers genoemd.
Zij publiceerden gedichten waarin de seksuele escapades van de Amsterdamse elite uit de doeken werd gedaan. Hoewel niet met naam en toenaam genoemd, wist iedere goed ingevoerde lezer over wie het ging in het verhaal ‘buitensex op het pothuis’ in Jan Zoet’s ‘Grove Roffel’. En zij wisten toen al ; sex sells
Nieuwsgierig Aagje
Het meest smakelijke deel van de tentoonstelling zijn natuurlijk de affaires en schandalen zelf, die aanleiding gaven tot roddel en achterklap.
Het museum heeft ze onderverdeeld in negen categorieën, waaronder uiteraard ook royalty. De roddels worden gepresenteerd in een stijl die erg aan de Story en de Privé doet denken. Uw gids is ‘De luistervink’ de dienstmeid die staat afgebeeld op een gelijknamige schilderij van Nicolaas Maes. Overal waar zij te zien is kunt u luisteren naar een vette roddel, die zij met een andere spreekwoordelijke roddelaarster, Nieuwsgierig Aagje, deelt. Overigens heeft deze Aagje echt bestaan. Ze kwam uit Enkhuizen en ook haar smeuïge verhaal komt in de expo aan bod.
De hond van schout de Bont
Er is één schandaal dat in de tentoonstelling extra aandacht krijgt, omdat er indertijd zoveel over geroddeld is. Dat is het verhaal van Willem de Bont, schout van Leiden, die zo gek was op zijn hond, dat hij hem na zijn overlijden officieel liet begraven. Compleet met condoleance, rouwstoet en begrafenisdiner waarbij alle Leidse notabelen, sommige met eigen huisdier, aanwezig waren. Dit tot groot leedvermaak van de rest van Nederland. Joost van den Vondel maakte er verschillende hekeldichten op. De schilder Jan Miense Molenaar legde de affaire met veel leedvermaak op het doek vast en op de expositie zijn ook de pamfletten te zien, waardoor dit smeuïge verhaal zich als een lopend vuurtje door Nederland verspreidde.
‘Roddel en Achterklap uit de Gouden Eeuw’ te zien in het Westfries Museum van 1 december 2012 t/m 10 maart 2013