HOORN - Arthur Helling, Fractievoorzitter van D66, is niet erg te spreken over de communicatie door de gemeente Hoorn en ronduit gefrustreerd over de discussie rond het beeld van JP Coen. “Er komt een politiek ‘correct bordje’ met QR-codes voor een echt VOC-tarief van € 10.000!” Met het voorstel van zijn partij om rond de sokkel van Coen een uitgebreide presentatie te houden is door B&W niets gedaan en dat valt Helling bar tegen. “Ik zie dat Hoorn gewoon de kennis niet in huis heeft om dit soort zaken professioneel aan te pakken, terwijl het zoveel kansen biedt.” Schrijft de D66-er in een reactie op de fractie-site.
De D66-voorman verwijst daarin ook naar de recent gerealiseerde welkomstborden die € 14.000 hebben gekost, maar geen duidelijke boodschap communiceren. “Zelfs de elektronische welkomstborden waarop we als service en vorm van gastvrijheid met bezoekers aan de stad zouden communiceren over onze evenementen en dergelijke zijn er nog steeds niet. Na een probleem in de aanbesteding hebben we al ruim een jaar niets meer gehoord. Dat is ‘Hoorn moet je voelen’ op zijn best.” Aldus Arthur Helling.
Lees hier de gehele bijdrage van de fractievoorzitter:
Debat rond J.P. Coen stelt teleur
Na ruim een jaar debat over J.P. Coen en een burgerinitiatief en een raadsinitiatiefvoorstel van D66 verder is de schamele oogst dat het bordje op de sokkel van Coen aangepast gaat worden. Maar zelfs over de tekst is nog geen overeenstemming: het CDA wil dat met een amendement organiseren in de eerstvolgende raadsvergadering. Samen met het plaatsten van QR-codes moet dat € 10.000 euro gaan kosten.
Het voorstel van D66 rond “sokkelcommunicatie” had alleen bij Hoorns Belang en GroenLinks draagvlak. Ook een voorstel van D66 om het hele collegevoorstel terug te nemen had alleen bij GroenLinks draagvlak.
D66-woordvoerder en fractievoorzitter Helling was dan ook zwaar teleurgesteld. “Het is haast beschamend hoe zonder enige kennis maar wat geroepen wordt en hoe we met ons verleden en onze rijke historie omgaan. Dat ons voorstel om de sokkel in vandalismebestendig glas in te pakken het niet haalde, was te voorzien. Hoorn heeft altijd een erg conservatieve houding in dit soort zaken.
We willen een echte stad zijn, maar denken vaak dorps en behoudend. Maar dat we verder niet eens goed kunnen formuleren wat we willen communiceren en naar wie is in en in triest. Dan krijg je het gevaar dat bij een dergelijk onderwerp iedereen naar hartenlust wat gaat roepen. En dat gebeurde ook!
Het burgerinitiatief vroeg terecht meer aandacht voor de “zwarte bladzijde” van het verhaal van Coen. D66 wilde daarbij ook graag gewoon de geschiedenis rond Coen meer vertellen. Helling: “Er is zoveel interessant materiaal, er zijn zoveel interessante anekdotes, maar daar doen we allemaal niets mee. Er komt een politiek ‘correct bordje’ met QR-codes voor een echt VOC-tarief van € 10.000!
Met het plan om de sokkel van J.P. Coen in te pakken wilden we het monument onaangetast laten met respect voor het monument en het verleden. Zelfs het oorspronkelijke bordje kon gewoon blijven hangen. Maar via de sokkel konden we dan in meerdere talen het verhaal van Coen vertellen, feitelijk, kritisch en ook wat romantisch. Hoorn zou er zonder Coen immers héél anders uit hebben gezien, wat je ook van zijn daden en (handels)wijze vond. Dat verhaal, die rijke historie, deels door de bril van vandaag, had best verteld mogen worden. De historie als brug naar de toekomst, want veel vraagstukken over normen, waarden en moraliteiten spelen ook nu!
Er was ook belangstelling vanuit ondernemers om aan een dergelijk initiatief mee te betalen. Ook was er landelijke belangstelling, onder andere van een programmamaker.
Het feit dat er over de tekst nog geen overeenstemming is, is ook héél jammer. Zoiets moet je niet via amendementen in de raad tot stand brengen. D66 had graag gezien dat een aantal vooraanstaande historici en deskundigen gezamenlijk tot een tekst zouden zijn gekomen. De tekst zou daarbij niet zoals bij het burgerinitiatief alleen moeten inzoomen op de zwarte bladzijde, het zou een compleet beeld moeten geven van het leven van Coen in de rijke VOC-context.”
D66 wilde een eenvoudig, maar wel “rijk gevuld” communicatieverhaal. Helling: “Uiteraard zou daar ook het minder fraaie verleden aandacht op moeten krijgen, zonder overigens ‘politiek correct te willen zijn’. Want de historie is de historie. Daar mag verder iedereen zijn mening over hebben en interpretatie aan geven. In die zin waren we ook erg bij met het burgerinitiatief van Eric van der Beek.” Het plan van de D66-ers Wolff en Franke voor “sokkelcommunicatie” had echter veel meerwaarde. Helling: “Kunst, cultuur en toerisme werden verbonden in het plan. Er werd een brug geslagen vanuit het verleden naar de toekomst. Er was veel privaat draagvlak, dus veel geld hoefde het de gemeente niet te kosten in de uitvoering. Zelfs voor de onderhoudskosten hadden we creatieve plannen. Het zou Hoorn op een positieve manier landelijke aandacht hebben geven. Enerzijds rond het rijke verleden, anderzijds over de manier waarop je met historie op een moderne, laagdrempelige en op de juiste doelgroepen toegespitste manier om kunt gaan.
Nederlands, Engels, Spaans en Indonesisch hadden logische talen op de sokkel geweest. Helling: De sokkel heeft vier zijden: met deze vier talen hadden we ingespeeld op het verleden en het heden. Het voelt ook heel ‘gastvrij’ als je als bezoeker van de stad in de taal wordt toegesproken waar we een verleden mee hebben. Daar kan geen tienduizenden euro’s aan stadspromotie tegen op. Dat is onderscheidend, heeft praatpotentie. Het is bekend dat juist Italianen en Spanjaarden cultuursteden als Hoorn bezoeken. Duitsers hebben hier veel minder mee, die vindt je ook meer aan de noordzeekust. Daarentegen hebben de Spaanstalige landen juist een rijk nautisch (VOC-)verleden. Juist vanwege de Hoornse banden met Malakka en het zwarte verleden, zou een aparte tekst in Indonesisch het verhaal hebben gecomplementeerd. Maar hier lijkt allemaal niet over na gedacht te zijn. Heel triest en onprofessioneel.”
De D66-voorman wijst in dat verband ook naar de recent gerealiseerde welkomstborden die € 14.000 hebben gekost, maar geen duidelijke boodschap communiceren.
“Ik zie dat Hoorn gewoon de kennis niet in huis heeft om dit soort zaken professioneel aan te pakken, terwijl het zoveel kansen biedt. Zelfs de elektronische welkomstborden waarop we als service en vorm van gastvrijheid met bezoekers aan de stad zouden communiceren over onze evenementen en dergelijke zijn er nog steeds niet. Na een probleem in de aanbesteding hebben we al ruim een jaar niets meer gehoord. Dat is ‘Hoorn moet je voelen’ op zijn best.”
Ook het voorstel om voor € 80.000 euro aan beeldende kunst te plaatsen langs de route Schouwburg-Oostereiland werd kritisch ontvangen door fracties. Helling: “Ook hiervoor geldt dat je eerst goed moet nadenken wat wil ik vertellen, op welke manier. Kies ik voor historische helden (Schouten, Liorne, Velius) of voor meer romantische karakters (Hayo, Padde en Rolf of Platte Thijs). Hoe verbind ik deze zaken aan elkaar? Wat wordt de rode lijn van het verhaal? En hoe zorg ik dat ik daar vanuit de historie en stadspromotie maximaal rendement uit haal? Normale vragen die Hoorn eerst eens moet beantwoorden.”
In de D66-fractie werken we al weer aan een nieuw initiatiefvoorstel in het verlengde van deze discussie. Want ook voor D66 met passie voor de stad geldt: “DISPEREERT NIET”.
Arthur Helling
Fractievoorzitter