ARMOEDE
Ieder jaar rond de kersttijd verwonder ik me weer over berichten in de media betreffende de toenemende armoede van o.a. bijstandsgezinnen in Nederland. Het aantal kinderen dat in ons land opgroeit in armoede is vorig jaar gestegen naar 311.000. Dit volgens het rapport van het Sociaal en Cultureel Planbureau dat onlangs is verschenen. Het aantal verzoeken bij de Voedselbank stijgt en steeds meer gezinnen hebben niet voldoende geld voor een dagelijkse warme maaltijd met vis of vlees.
Ikzelf heb jarenlang door omstandigheden een bijstandsuitkering gehad. Al die jaren heb ik goed kunnen leven, mijn kinderen een verantwoord thuis kunnen bieden, kunnen sporten en vrijwilligerswerk kunnen doen en zo gauw het mogelijk was, betaald werk gevonden.
Hoe komt het dat veel (bijstands-)gezinnen niet genoeg hebben aan het maandelijks bedrag aan bijstand?
Weten zij niet de weg te vinden naar de loketten van de gemeente, die vangnetjes heeft voor bijna alle extra kosten voor de minima? Het Sport-en Cultuurfonds, de Bijzondere Bijstand, Huur- en Zorgtoeslag, Langdurigheidstoeslag etc.
Zijn het de schulden van deze huishoudens die er voor zorgen dat er niet altijd een warme maaltijd op tafel komt? Voor een paar euro staat er toch al gauw een voedzaam bord hutspot met een gehaktballetje klaar, lijkt me.
Als er beleid gevoerd moet worden om de armoede terug te dringen, dan zou er ook meer aandacht moeten zijn voor een mentaliteitsverandering bij veel mensen met een bijstands- inkomen.
Wat is er mis met tweedehands kleding, met meubels die door anderen al na korte tijd ingeruild worden? Waarom wordt er geld uitgegeven voor niet noodzakelijke dingen, zodat er te weinig overblijft voor de eerste levensbehoeften? Is het niet een kwestie van de juiste prioriteiten stellen? Met de gemeentelijke regelingen kan elk kind uit een bijstandsgezin naar een sportvereniging, met het schoolreisje mee, cursussen volgen, studeren en in het weekend is er vast wel geld voor chips en frisdrank.
Ik wil absoluut niet generaliseren; er zijn uiteraard schrijnende gevallen. De bijstand is geen vetpot, maar met de juiste mentaliteit kan elke Nederlander met een bijstandsuitkering een toereikende en verantwoorde ‘tussenstop’ maken om er later (nog) beter uit te komen.
Anna Weel
Hoorn