In een uitgebreide notitie komt het College van Burgemeester en Wethouders van Hoorn met een reactie op alle commotie rond de miljoenen-inbraak op 10 januari in het Westfries Museum. Teneur van het verhaal is dat de Gemeenteraad steeds naar vermogen is geinformeerd, dat er was geadviseerd om de beveiliging aan te passen en de Telegraaf had enkele correcties in een kranteartikel niet verwerkt.
Het boetekleed wordt door B&W of wethouder Tonnaer niet aangetrokken, maar wel wordt toegegeven dat de raad had moeten weten van het Telegraaf-artikel: ”Gezien de teneur en de impact van het artikel was het achteraf verstandiger geweest de raad wel te informeren.”
In de notitie van het College zijn tevens verwerkt de antwoorden op de vragen ex-artikel 37 van de fractie van D66 en de vragen ex. artikel 38 van de fracties van CDA, D66, VOCH en VVD. Deze rapportage is aan de gemeenteraad verzonden bij de uitnodiging voor de raadsvergadering van dinsdag 6 september. Voor die vergadering wil het College de pers over deze zaak niet te woord staan: ”Het college van B en W alsmede directie en beheerscommissie van het museum zullen niet eerder in gesprek gaan met pers en andere media over de inhoud van deze rapportage dan na de bespreking in de genoemde raadsvergadering” aldus een woordvoerder.
Er waren volgens B&W plannen voor aanpassing van de alarminstallatie in het museum: ”In het beleidsplan van het museum uit april 2004 neemt het Westfries Museum wel op dat op korte termijn investeringen in de beveiliging gewenst zijn omdat het inbraak- en branddetectiesysteem gemoderniseerd dient te worden. Als aanvulling wordt tevens een vorm van objectbeveiliging voorgesteld.”
De notitie geeft overigens ook nog enkele bijzondere feiten weer zoals vleermuizen die de alarminstallatie beinvloedden: ”Naar aanleiding van een eerdere poging tot diefstal in december 1987 heeft Initial Varel een nieuw inbraaksignaleringssysteem aangelegd met passief infrarood bewegingsdetectie. Dit systeem gaf (ook vanwege de vleermuizen in het museum) veel storing. In 1998 is het bestaande inbraaksignaleringssysteem deels gerenoveerd. Op advies van het beveiligingsbedrijf is toen alle draad- en contactbeveiliging van de ramen en deuren buiten werking gesteld. De voorzieningen die op de ramen en deuren zaten waren regelmatig de oorzaak van storing.”
Volgens de gemeente is er door het beveilingsbedrijf nooit formeel aangedrongen op aanpassing van het alarm. Wel is dit meerdere malen mondeling kenbaar gemaakt blijkt uit de notitie: ”Initial Varel stelt dat zij in meerdere gesprekken (met name tussen de vaste monteur en de conciërge van het museum) heeft laten weten dat de detectie verouderd was en gemoderniseerd diende te worden. De directie van het museum had dan ook al opdracht gegeven tot het gefaseerd vervangen van de detectoren en deze vervanging was al in gang gezet. Op 7 september 2004 is een monteur geweest om een storing te verhelpen. De monteur heeft op de onderhoudsbon aangegeven dat er veel verouderde detectie was en adviseerde het systeem (waarvan de detectoren onderdeel uitmaken) up-to-date te maken. De reden hiervoor is dat te vervangen onderdelen steeds moeilijker te verkrijgen worden. Vast staat dat er door Initial Varel nooit formeel bericht is gegeven richting de directeur of de bestuurscommissie over de noodzaak of wenselijkheid van een andere vorm van detectie.”
We plaatsen hieronder de belangrijkste passages:
7. Toedracht en nasleep
In het Noord-Hollands Dagblad van 2 juni 2005 is een artikel gepubliceerd waarin de volgende toedracht wordt geschetst: “tenminste een van de dieven heeft zich zondag aan het eind van de middag laten insluiten. Die persoon maakte het alarm onklaar, zodat men in de stijlkamers van
het hoofdgebouw ongestoord aan de slag kon gaan.”
Het onderzoek van de Hoornse recherche heeft er toe geleid dat een bende kunstdieven is opgerold. Hierbij zijn veel gestolen kunstvoorwerpen teruggevonden, maar helaas geen van de gestolen werken uit het Westfries Museum. Wethouder Tonnaer heeft zich vanaf het moment van de diefstal regelmatig (in eerste instantie wekelijks, later tweewekelijks) door de politie laten informeren over de voortgang van het onderzoek, maar heeft daar vanwege de vertrouwelijke aard van deze gesprekken geen mededelingen over kunnen doen. Hij heeft echter nooit inzage gekregen in (delen van) de rapportage van de Technische Recherche – tijdens een lopend onderzoek krijgt niemand daarin inzage, ongeacht zijn of haar functie. Telefonische navraag bij de behandelend officier van justitie bevestigt dit. Het politieonderzoek van de Hoornse politie is overgedragen aan een Bovenregionaal Recherche Team. Het is aan dit team te bepalen hoeveel van de daadwerkelijke toedracht van de diefstal naar buiten gebracht kan worden zonder het lopende onderzoek te schaden.
8. Vervolg
In de eerste besprekingen kort na de diefstal, op 11 en 13 januari 2005, heeft wethouder Tonnaer uitdrukkelijk aan de vertegenwoordigers van het beveiligingsbedrijf gevraagd of het inbraaksignaleringssysteem adequaat was. Deze vraag werd positief beantwoord: het systeem heeft geheel gefunctioneerd zoals het zou moeten functioneren. In die zin is gesproken van een adequaat systeem. Aangezien de kunstdieven er in geslaagd zijn het systeem te manipuleren,
heeft het beveiligingsbedrijf in opdracht van wethouder Tonnaer namens het college en het Westfries Museum dezelfde dag maatregelen genomen om te voorkomen dat het systeem nog eens op dezelfde wijze gemanipuleerd kan worden.
10. Interview Telegraaf
Het interview met de Telegraaf is op initiatief van die krant tot stand gekomen. De journalist had van tevoren aangegeven dat hij interessante onderzoeksfeiten (voortkomend uit eigen onderzoek) wilde bespreken. Tijdens het gesprek gaf hij aan inzage gehad te hebben in het rapport van de recherche. De wethouder heeft gemeld hier niet op te kunnen reageren, omdat hij het rapport niet
kent. Dit is in het uiteindelijke artikel niet naar voren gekomen. Voorafgaand aan de publicatie van het artikel is in het college gesproken over het vooraf inlichten van de raad. Het college heeft besloten de raad niet in te lichten omdat het verhaal van de journalist als te speculatief werd
gezien en de wethouder geen informatie heeft gegeven die niet al bij de raad bekend was. Gezien de teneur en de impact van het artikel was het achteraf verstandiger geweest de raad wel te informeren. Aan de politie en het Openbaar Ministerie is gemeld dat de journalist stelt inzage gehad te hebben in het rapport van de technische recherche. Van die zijde wordt dat ontkend. De – op basis van het rapport - in het artikel beschreven wijze van onklaar maken van het systeem komt feitelijk in
het rapport zo niet voor. Voor wat betreft het interview dient opgemerkt dat de wethouder in het artikel in de Telegraaf van 30 juli 2005 onjuist c.q. onvolledig is geciteerd. De wethouder heeft tijdens het interview
geen enkele keer de woorden ‘up-to-date’ en ‘geavanceerd’ gebruikt. Wel is gesproken van een adequaat dan wel toereikend beveiligingssysteem.
de volledige nota leest u hier: http://www.hoorn.nl/site/co/com/Nieuws/Art37/2005/files/2415.pdf