Recent heeft een aantal amateurgezelschappen en verenigingen zich beklaagd over de hogere zaalhuur die zij moeten betalen in de nieuwe schouwburg. Reden voor Jan van Ossenbruggen om hierover de volgende vragen te stellen aan wethouder Roger Tonnaer.
Geachte heer Tonnaer,
Hierbij de op schrift gezette vragen die ik gisteravond heb gesteld.
Het betreft hier vragen over de (hoge) zaalhuurtarieven voor amateurgezelschappen, die gebruik maken van de Schouwburg/Congrescentrum ”Het Park”.
Is het de wethouder bekend, dat amateurgezelschappen door de hoge zaalhuurprijzen hun
exploitatie niet rond kunnen krijgen en hierdoor ernstig worden belemmerd in hun
uitvoeringsmogelijkheden?
Welke mogelijkheden bestaan er voor deze gezelschappen om voor een aanvullende
subsidie in aanmerking te komen?
Zijn de gezelschappen hier tijdig van op de hoogte gesteld?
Is het juist, dat het College heeft besloten de Schouwburg te korten op haar subsidie om
op deze wijze de eventuele nadelige exploitatie van de amateurgezelschappen te kunnen
bekostigen?
Zo ja, waarom is de Raad hierover niet geïnformeerd?
Kunst en Cultuur vinden we in iedere gemeentelijke portefeuille terug. Hiermee wordt aangetoond, dat Kunst en Cultuur gezien moet worden als een integrale aangelegenheid. Financiële spreiding over verschillende portefeuilles is dan ook een volstrekt normale en legale zaak.
Bent u bereid te onderzoeken welke mogelijkheden bestaan, het bedrag wat in mindering
is gebracht aan de Schouwburg/Congrescentrum ”Het Park”, te verrekenen in de reguliere
Gemeentelijke begroting Kunst en Cultuur en tegelijkertijd het gekorte bedrag terug te
laten vloeien in het aan het ”Het Park” subsidiebedrag?
Alhoewel dit geen officiële artikel 37-vragen zijn, verzoek ik u vriendelijk deze vragen schriftelijk te willen beantwoorden.