Voor de tweede keer in een week moet het College van B&W excuses aanbieden. B&W geeft toe dat er voor de aangepaste opstelling van kramen tijdens Lappendag wel met de winkeliers had moet worden gesproken. Omdat dit tot grote ergernis van de Stichting Stad Hoorn niet was gebeurd, had VVD-raadslid Van Lunteren hier vragen over gesteld. En in de beantwoording geeft het College nu toe dat ze met de winkeliers had moeten overleggen.
Dat er een volgende keer wel overleg komt, wordt de door SSH als ”mosterd na de maaltijd” gezien.
Voor nog meer brandveiligheid had de gemeente er voor gekozen om minder kramen toe te staan op de traditionele Lappendag, de laatste dag van de Hoornse kermis. Veel winkeliers kunnen nu niet een kraam voor de zaak plaatsen en aldus profiteren van de koopjes-dag.
Lees hieronder alle antwoorden van B&W op de vragen van de VVD:
Geachte heer Van Lunteren,
Naar aanleiding van uw brief, waarin u enkele vragen stelt met betrekking tot Lappendag, delen
wij u het volgende mede.
Vraag 1.
Bent u het met mij eens dat het verstandiger ware geweest hierover van te voren overleg te
voeren met de Stichting Stad Hoorn?
Antwoord.
Omdat het marktoverleg zich beperkt tot uitsluitend praktische en uitvoerende zaken is voor een
informeel overleg gekozen tussen de marktmeester(s) en de markthandelaren. Vanuit die
overweging heeft de winkelier en/of de SSH nimmer een structurele rol gehad in dit overleg.
Vanwege de wens van een aantal winkeliers op de Gouw tot beleidsmatige veranderingen, is
recentelijk de afspraak gemaakt, dat daarvoor het regulier overleg gemeente/ SSH het platform
moet zijn. De grens tussen hetgeen uitsluitend van praktische betekenis is voor de ambulante
handel en de winkeliers is niet altijd duidelijk te trekken. In het geval van lappendag is
onvoldoende herkend dat ook de gevestigde detailhandel zich deze dag als ambulante handel
manifesteert. In die zin was in dit geval een uitnodiging voor tijdig overleg met de SSH op zijn
plaats geweest.
Vraag 2.
Zo ja, waarom is dat dan niet gebeurd?
Antwoord.
Zie beantwoording vraag 1.
Vraag 3.
Wanneer gaat dit overleg nu wel plaatsvinden.
Antwoord.
Dit overleg heeft alsnog plaatsgevonden op 14 juli 2004. Toen is afgesproken dat de SSH
voortaan wordt uitgenodigd voor het marktoverleg en voorts is de reeds bestaande afspraak
aangescherpt: de markt zal een vast agendapunt worden tijdens het overleg gemeente/ SSH.
Sector Middelen
Vraag 4.
Kunt u zich voorstellen dat deze gang van zaken het vertrouwen in het college niet vergroot.
Antwoord.
Wij verwachten dat de gemaakte afspraken zullen leiden tot een betere communicatie met en
tussen alle betrokken partijen. Wij vertrouwen erop, dat door de wijze waarop het college heeft
gereageerd op de eerste signalen van onvoldoende communicatie, het vertrouwen in het college
wordt vergroot.
Vraag 5.
Zo ja, wat vindt u daarvan?
Antwoord.
Zie beantwoording vraag 4.
Vraag 6.
Onderschrijft u het belang van de Lappendag als fenomeen met landelijke uitstraling en dus
onderscheidend vermogen.
Antwoord.
Met u onderschrijven wij het belang van “lappendag” als fenomeen en met een onderscheidend
vermogen. De uitstraling van dit evenement naar geheel Westfriesland staat niet ter discussie.
In hoeverre dit ook landelijk geldt is ons niet bekend. Wellicht dat hierin nog een uitdaging voor
ons is weggelegd
Vraag 7.
Is het verstandig ingrepen te doen in een van de grootste Hoornse evenementen terwijl een
Toerismenota nog moet worden besproken en vastgesteld.
Antwoord.
De Toerismenota staat los van de maatregelen ten behoeve van de brandveiligheid. De tijd om
tegemoet te komen aan de, in hoofdzaak, bereikbaarheidseisen ten behoeve van hulpdiensten,
speelde ons in deze parten. In het belang van de brandveiligheid hebben wij noodgedwongen
maatregelen moeten nemen.
Vraag 8.
Zou het, onverlet uw eigen bevoegdheden en verantwoordelijkeid, niet van bestuurlijke elegantie
hebben getuigd om hierover van te voren ook eens van gedachten te wisselen met een
commissie (M&B of B&M).
Antwoord.
Omdat het in deze ging om zaken van praktische en uitvoerende aard hebben wij vooralsnog
gemeend hierover niet met een van de commissies te moeten overleggen. Overigens biedt de
brandveiligheid in deze weinig ruimte voor discussie. Wij zijn evenwel bereid om op weg naar
volgend jaar alsnog overleg met u te voeren. In ieder geval zal daar gelegenheid voor ontstaan
in het kader van de afspraken die moeten worden gemaakt over de bewaking van de voortgang
met de uitvoering van de nog vast te stellen toerismenota.
Vraag 9.
Hoe wordt de toewijzing van de 40 voor winkeliers beschikbare plaatsen geregeld?
Antwoord.
In totaal worden er 100 kramen minder geplaatst. Het aantal winkeliers blijft nagenoeg
hetzelfde, echter zij hebben minder kramen tot hun beschikking. Een enkele winkelier die buiten
het “lappenmarktgebied” is gevestigd en een verzoek heeft ingediend hebben wij moeten
teleurstellen. Net als de winkeliers hebben de toegewezen marktkooplieden minder kramen tot
hun beschikking. Daarnaast hebben we ook 20 verzoeken van marktkooplieden af moeten
wijzen.
Vraag 10.
Is er overwogen of is het een overweging om ook marktkramen toe te staan aan de kerkzijde
van de Veemarkt, zodat er met een kleinere vermindering van het aantal kramen kan worden
volstaan?
Antwoord.
Aan de kerkzijde van de Veemarkt worden al jaren tijdens lappendag marktkramen geplaatst op
het gedeelte tussen Azië en de Rabobank. In verband met de gevestigde horeca blijft het deel
tussen de Rabobank en Blokker vrij.
Vraag 11.
Is er gekeken of kan er worden gekeken of er wellicht andere plaatsen zijn waar kramen kunnen
worden geplaatst.
Antwoord.
Een deel van de uitgevallen kramen zal worden gecompenseerd op de (rijbaan) Noorderveemarkt.
Verder zijn wij voornemens om na de evaluatie van de lappenmarkt van dit jaar tijdig te
starten met een onderzoek dat onder meer antwoord moet geven op de vraag of er
mogelijkheden zijn om ook andere locaties zijn aan te wijzen voor het plaatsen van kramen.
Daarbij geldt als uitgangspunt de zorg voor de aantrekkelijkheid en continuïteit van het
evenement waarbij voldoende garanties in termen van veiligheid geboden moeten worden.
Hoogachtend,
Burgemeester en Wethouders van Hoorn
de secretaris de burgemeester