Veel Hoornse ondernemers in Hoorn verzetten zich tegen de nieuwe opzet van de Lappendag. Er komen op last van de brandweer minder kramen te staan zodat lang niet alle Hoornse middenstanders een kraam mogen plaatsen. De Hoornse VVD-fractie is ook tegen de plannen en vraagt het College van B&W om ophelddering. Volgens raadslid Van Lunteren is ”de Hoornse Lappendag een begrip, tot heel ver over onze stadsgrenzen”. Lees hieronder de volledige brief van de VVD-fractie:
Aan: Het College van Burgemeester en Wethouders van Hoorn
Nieuwe Steen 1
1625 HV Hoorn
Betreft: Vragen ex Art. 37 RvO inzake Lappendag 2004
Hoorn, 14 juli 2004
Geacht College,
Vele jaren geleden, ik zal een jaar of vijf, zes zijn geweest, kwam ik voor het eerst van mijn leven in Hoorn. Het was Lappendag en aangezien mijn moeder wilde dat eens wilde meemaken togen wij daar met z’n allen heen. Vanwege de vechtpartijtjes in iedere horeca gelegenheid waar we binnenstapten verklaarde ik ’s avonds thuis in Rotterdam nooit meer een voet in Hoorn te zullen zetten. Dat is iets anders uitgepakt…
De Hoornse Lappendag is een begrip, tot heel ver over onze stadsgrenzen. Het is de eerste dag die je jaarlijks in je nieuwe agenda noteert. Het is de eerste vrije dag die je aanvraagt (samen met de dinsdag erna trouwens). Het is een dag die velen niet zouden willen missen. Het is een lokale feestdag voor Horinezen, Hoorenaars en Buitenpoorters die al vele jaren zonder noemenswaardige incidenten verloopt (zulks in tegenstelling tot een aantal jaren geleden dus!). Het is folklore en het is dus een deel van ons cultureel erfgoed.
Alle reden om met het fenomeen Lappendag zorgvuldig om te gaan.
Uw College werd zeker in de eerste maanden van verschillende zijden geroemd vanwege, wat werd genoemd, de nieuwe openheid, het meer oor hebben voor het bedrijfsleven, de bereidheid tot het aangaan van de dialoog en meer van dat fraais.
Inmiddels zijn we een paar jaar verder en heeft het blazoen van uw College natuurlijk de nodige butsen opgelopen. Ik zeg natuurlijk omdat nog altijd geldt: “Waar gewerkt wordt vallen spaanders”.
Een aantal van de opgelopen butsen hebben te maken met de communicatieve vaardigheden van de gemeente in het algemeen en het college in het bijzonder.
Alle reden om met het fenomeen communicatie zorgvuldig om te gaan.
En dan nu naar de Lappendag 2004. Er blijkt vanwege een toepassing van verscherpte veiligheidsvoorschriften een vermindering van het aantal kramen te worden toegepast. Winkeliers in de binnenstad hebben een brief d.d. 9 juli 2004, kenmerk 04.13561 van coördinator/marktmeester ontvangen waarin dit is medegedeeld.
Tevens staat daarin dat niet iedere winkelier toegewezen zal kunnen krijgen wat is aangevraagd; hetzelfde geldt voor kooplieden van buitenaf.
In de brief wordt gesproken over een nog te houden overleg hierover met de Stichting Stad Hoorn, m.a.w. het is al weer bedacht en afgekondigd voordat het overleg heeft plaatsgevonden. Uit navraag heb ik begrepen dat die overleg nog moet plaatsvinden maar dat bijvoorbeeld ook het Hoofd Economische Zaken in onze stad van niets weet.
Omdat ik mij enerzijds verontrust voel over wat ik zie als een aantasting van een zo’n belangrijk fenomeen als de Lappendag en ik mij anderzijds – wederom – stoor aan het verloop van de communicatie leg ik uw college de volgende vragen voor:
1. Bent u het met mij eens dat het verstandiger ware geweest hierover van te voren overleg te voeren met de Stichting Stad Hoorn?
2. Zo ja, waarom is dat dan niet gebeurd?
3. Wanneer gaat dit overleg nu wel plaatsvinden?
4. Kunt u zich voorstellen dat deze gang van zaken het vertrouwen in het college niet vergroot?
5. Zo ja, wat vind u daarvan?
6. Onderschrijft u het belang van de Lappendag als fenomeen met landelijke uitstraling en dus onderscheidend vermogen?
7. Is het verstandig ingrepen te doen in een van de grootste Hoornse evenementen terwijl een Toerismenota nog moet worden besproken en vastgesteld?
8. Zou het, onverlet uw eigen bevoegdheden en verantwoordelijkheid, niet van bestuurlijke elegantie hebben getuigd om hierover van te voren ook eens van gedachten te wisselen met een commissie (M&B of B&M)?
9. Hoe wordt de toewijzing van de 40 voor winkeliers beschikbare plaatsen geregeld?
10. Is er overwogen of is het een overweging om ook marktkramen toe te staan aan de kerkzijde van de Veemarkt, zodat er met een kleinere vermindering van het aantal kramen kan worden volstaan?
11. Is er gekeken of kan er worden gekeken of er wellicht andere plaatsen zijn waar kramen kunnen worden geplaatst?
Tot zover mijn vragen. U kunt zich ongetwijfeld voorstellen dat ik volgaarne ruim voor Lappendag een antwoord ontvang.
Met vriendelijke groeten,
Harry van Lunteren – Raadslid
Kloosterpoort 1
1621 EZ Hoorn
06 53 396 308
hartgerbello@hotmail.com