Terwijl steeds meer inwoners en raadsleden van Hoorn mogelijkheden voor drijvende terrassen zien, blijft de Vereniging Oud Hoorn zich verzetten tegen dit elders normale fenomeen. In een brief aan het College van B&W spreekt voorzitter Van Weel over ”ontsiering van het stadsbeeld”. Ook is de Vereniging tegenstander van de aanwezige woonboten en mogelijke toekomstige winterterrassen. Lees hier de hele brief:
Aan het college van B & W van Hoorn
Postbus 603
1620 AR Hoorn
Hoorn, 31 maart 2004
Geacht college,
Herhaaldelijk duikt in de media de discussie weer op over de inrichting van de binnenstad met winterterrassen, drijvende terrassen en woonboten. We hebben het dan nog maar even niet over de terrasschotten die gedurende grote delen van het jaar de aanblik van de Rode Steen ontsieren. Ooit is ons de toezegging gedaan dat die schotten op termijn zouden verdwijnen. Kunt u ons zeggen hoever het daarmee staat ?
Zoals u weet heeft Oud Hoorn zich altijd met klem verzet tegen het aanbrengen van winterterrassen. Op sommige plaatsen doen zij afbreuk aan het historisch stadsbeeld, op andere plaatsen ontrekken zij het zicht op monumentale gevels die soms met grote financiële inspanningen zijn behouden (en gerestaureerd) en op andere plaatsen passen zij noch in het stadsbeeld noch tegen de beschermde gevelwand. Wij vragen van u een consequente houding in deze: blijf winterterrassen weren uit de monumentale binnenstad, ongeacht de plekken, zoals sommigen zeggen, waar deze wel een aanwinst kunnen zijn. Een commerciële aanwinst in de publieke ruimte wel te verstaan. Het hek is van de dam wanneer aan die geluiden gehoor wordt gegeven. Ook u promoot Hoorn vanwege haar historische beeldkwaliteit. Bewaar die kwaliteit, is ons pleidooi, en begeef u niet in allerlei moeilijke motiveringsvraagstukken waarom daar wel en daar niet. Begrijp ons goed, wij zijn niet tegen dynamiek in de stad, tegen reuring in de stad. Een stad moet immers ‘leven’. Maar dan van binnenuit en niet door de aanbouw van al dan niet fraai vorm gegevens staketsels. Een bruisende stad heeft geen winterterrassen nodig in een historisch decor.
Eenzelfde pleidooi willen wij houden tegen drijvende terrassen. Wij begrijpen dat sommige exploitanten van horecagelegenheden graag een drijvend terras voor hun deur hebben in de zomermaanden. Oud Hoorn heeft zich hiertegen in het recente verleden steeds afwijzend opgesteld. Tien jaar geleden schreven wij al: “Wij maken bezwaar tegen het verlenen van een bouwvergunning voor het drijvend terras in de Appelhaven. Plaats, materialen en vorm zijn onvoldoende geïntegreerd in de vormgeving van het grachtenprofiel. Op grond van het behoud van karakter van de historische binnenstad is een drijvend terras niet aanvaardbaar”. Nog steeds zien wij niet in dat het mogelijk is om een oplossing te vinden voor de genoemde desintegratie, zeg maar voor de ontsiering van het stadsbeeld. Natuurlijk, in een haven passen boten maar of die een oplossing kunnen bieden ? Wij betwijfelen dat ten zeerste en vragen u nogmaals met klem om uiterst terughoudend te zijn bij het verlenen van een aanleg- c.q. bouwvergunning.
Als we het in Hoorn hebben over woonboten hebben we het eigenlijk niet over boten. Een grote betonnen bak met daar bovenop een hoog bouwwerk als eerste verdieping, past in onze ogen niet in de omschrijving van het begrip boot. Het gevaarte ligt in het water, dat is waar, maar daarmee is ook alles gezegd. Wanneer grenzend aan dit bouwwerk een flinke tuin is ingericht waarin ook nog de eigen auto wordt geparkeerd, dan is de wildgroei een feit en schiet ons begrip tekort. Nog kwalijker is het dat dit soort gevaartes eerder detoneren in het historisch stadsbeeld dan dat zij daaraan een kwaliteit toevoegen. Boten horen van origine in een haven maar bij de huidige generatie boten is sprake van ‘het doorslaan van de weegschaal’.
Door hun omvang ontnemen zij juist het zicht op het historisch stadsbeeld, een stadsbeeld dat ons allen zo aan het hart ligt. College, wij doen hierbij een beroep op u om een woonbotenbeleid te ontwikkelen waarin de kwaliteit van het historisch stadsbeeld is gewaarborgd.
Wij hebben deze brief geschreven omdat ons geluiden bereiken die erop duiden dat er mogelijk sprake is van wijziging van beleid. Echter, wij wantrouwen in dit opzicht de argumenten van belanghebbenden en sommige politici en vonden het tijd uw college op de hoogte te brengen van onze zienswijzen. Oud Hoorn heeft wat deze zaken betreft geen last van voortschrijdend inzicht.
Wij vertrouwen erop dat ook u de noodzaak inziet van consequent en consistent beleid. Het is niet alleen om die reden dat wij uw reactie met belangstelling tegemoet zien.
Met vriendelijke groet, namens het bestuur,
A.G.F. van Weel
voorzitter