Westfries Museum is prachtig zeegezicht rijker

ingevoerd op 2-2-2008

Het Westfries Museum is een prachtig werk van de 17de eeuwse Hoornse zeeschilder Jan Claesz Rietschoof rijker. Het is een zeegezicht dat door een particuliere verzamelaar aan het museum in bruikleen is gegeven.

De aanwinst krijgt een plek in een vernieuwde opstelling, waarin het museum zijn mooiste 17de eeuwse zeegezichten toont. In deze werken komt Hoorns rijke maritieme geschiedenis goed tot uitdrukking.

Amsterdamse stijl
Jan Rietschoof (1652-1719) was in zijn tijd een alom gewaardeerd zeeschilder. Hij leerde het vak bij Abraham Liedts en de beroemde Ludolf Bakhuysen en verwierf bekendheid met zijn zeegezichten met schepen van de admiraliteit, die hij in opdracht maakte. Rietschoof woonde en werkte in Hoorn, waar hij omstreeks 1675 met veel succes de nieuwe Amsterdamse schilderstijl op het gebied van de zeeschilderkunst introduceerde. Zijn werk was in de 18de eeuw in vrijwel iedere belangrijke Hoornse schilderijenverzameling te vinden. Zo bezat Jacob van Foreest maar liefst drie werken van Rietschoof.

Stormpjes
Het zeegezicht dat het Westfries Museum in bruikleen heeft gekregen is ongedateerd, maar is vermoedelijk rond 1700 door Rietschoof gemaakt. Zoals vrijwel al zijn werk is ook dit zeegezicht topografisch van aard. Het toont enkele schepen in het Nieuwe Diep. Aan de horizon is het silhouet van Den Helder zichtbaar. Rietschoof is een meester in het weergeven van specifieke weersomstandigheden. Zijn voorkeur ging uit naar stormachtig weer. In oude boedelbeschrijvingen werden zijn werken ook wel als ‘stormpjes’ aangeduid.

Ereplek
Het zeegezicht van Rietschoof is een belangrijke aanwinst voor het Westfries Museum en krijgt dan ook een ereplek in een nieuwe presentatie, waarin het museum zijn mooiste zeestukken bij elkaar heeft gebracht. Hieronder nog twee werken van Rietschoof en zeestukken van Jacob Gerritsz Loef, Casper van de Bosch en Pieter Aartsz Blauw. Ronduit spectaculair, en niet alleen vanwege de enorme afmeting, zijn de twee stukken van Hendrick Vroom, waaronder een allegorie op het leven van Jan Pietersz Coen uit 1620-1630. Vrijwel allemaal zijn het gezichten op de rede van Hoorn.

Hier lagen de schepen voor anker die een diepgang hadden van meer dan drie meter. Dankzij de beschutte baai en de zachte bodem die de schepen een veilige ligplaats bood floreerde de haven van Hoorn in de 16de en 17de eeuw en dat is aan de zeegezichten af te lezen.

Op zondagmiddag 10 februari geeft conservator Carel de Jong van 14.00 tot 16.00 uur tekst en uitleg bij de zeestukken van het Westfries Museum.