Dierenartsassistente Els Koning al een halve eeuw in het vak

"De liefde van dieren maakt het werk bijzonder"

HOORNGIDS HOORN | Els Koning (66) heeft onlangs een bijzondere mijlpaal bereikt: ze is al 50 jaar dierenartsassistente. Opmerkelijk, aangezien ze aanvankelijk helemaal niet van honden en katten hield. Haar (oud-)collega’s zetten haar onlangs in het zonnetje om deze halve eeuw in het vak te vieren.

In 1974, toen ze 16 jaar was, moest Els van haar ouders een bijbaan zoeken. Per toeval belandde ze in de dierenzorg. ”De toenmalige eigenaar van een dierenasiel heeft mij geleerd om met dieren om te gaan en liet zien dat dieren heel erg leuk zijn,” vertelt Els.

Feestelijke viering
Els’ 50-jarige jubileum werd feestelijk gevierd. De praktijk was versierd, er was taart en zowel oud-collega’s als familie kwamen langs. ”Voor mij is het iedere dag bijna een feestje. Natuurlijk maak je ook wel eens verdrietige dingen mee, zoals wanneer we een dier moeten laten inslapen of wanneer we mensen moeten vertellen dat er voor hun geliefde huisdier geen genezing meer mogelijk is. Maar gelukkig kunnen we heel veel dieren wel helpen,” zegt Els.

Veranderende rol van huisdieren
Els heeft de rol van huisdieren in de afgelopen decennia zien veranderen. ”Vroeger had je erfhonden, die moesten het erf bewaken. Nu is een hond of kat veel meer een gezelschapsdier geworden, een onderdeel van het gezin.”

Grappige herinneringen
Naast haar band met de dieren heeft Els ook een hechte band opgebouwd met hun eigenaren. ”Het contact met klanten is belangrijk. Soms maak je ook grappige dingen mee. Zo had een flat-coated retriever eens een complete bh ingeslikt, die we moesten verwijderen. We hebben toen ook de eigenaar moeten bellen om te vragen wat de maat van die bh was.”

Ondanks haar leeftijd van 66 jaar, denkt Els nog niet aan stoppen. ”Nu werk ik nog zo’n 25 uur per week. Dat wordt over een paar jaar misschien wel wat minder. Ik kan het niet missen. Je krijgt de liefde van de dieren, dat is erg leuk,” besluit Els.

Bron: NH Media
Video en foto: Tom Jurriaans