HOORNGIDS REGIO | Vijf vrijwilligers, acht vluchtelingen uit Oekraïne, twee kannen koffie en een krat vol lesmateriaal: dat zijn de ingrediënten voor de nieuwe taal-instroomgroepen. Vrijwilligerspunt brengt taalvrijwilligers en mensen die Nederlands willen leren bij elkaar. En na een kleine aanloop gaat dat best lekker. ”Wij zijn heel blij dat jullie deze lessen willen geven.”
Op donderdagavond komt de derde instroomgroep bij elkaar in het Postkantoor in Bovenkarspel. Het niveau van de deelnemers varieert van een broer en zus die zich in Engels, Duits en een paar woorden Nederlands redelijk redden tot drie jonge vrouwen die echt alleen Oekraïens en Russisch spreken en verder niks. Coördinator Nini Viëtor maakt zich geen zorgen: ”Binnen een paar weken spreekt iedereen wat Nederlands. Het gaat best snel, in korte tijd gaan we van ‘hallo’ en ‘dag’ naar vragen stellen en een praatje maken.” De vrijwilligers werken allemaal als taalvrijwilliger, maar dat is niet nodig. Geduld, gevoel voor taal en een beetje creativiteit, meer heb je niet nodig om hier te komen helpen.
Alfabet leren
In de lokalen is lesmateriaal aanwezig, zoals boeken, kaarten en plaatjes. Na een korte inleiding wordt de groep verdeeld in kleine groepjes, elk met een of twee vrijwilligers, om van 19.00 tot 20.30 uur te oefenen met ‘ik’ en ‘jij’, het alfabet en telwoorden. Natuurlijk is dat in het begin ongemakkelijk, maar dat verandert binnen een uurtje. Google Translate, een Russisch woordenboek en een map met afbeeldingen en woorden, het gaat eigenlijk vanzelf. ”Er is ook een website waar de deelnemers tussen de lessen door mee kunnen oefenen”, zegt Nini. ”En een van de deelnemers was zo slim om met z’n mobiel een foto te maken van de aantekeningen van vandaag, zodat hij de nieuwe woorden kan herhalen. Dat is misschien ook een tip voor een volgende les.”
Kinderboeken, televisie
Lukt het allemaal echt niet, dan helpt tolk Nazik de gesprekken op gang. Ze woont alweer 15 jaar in Nederland maar komt uit Georgië en spreekt onder andere Russisch, een taal die de meeste mensen in Oekraïne op school hebben geleerd. ”Ik adviseer de deelnemers om ook veel kinderboeken te lezen, televisie te kijken in het Nederlands en vaak met mensen te praten”, zegt ze. ”Het maakt niet uit dat je veel fouten maakt, alleen door het te proberen, kun je je uitspraak verbeteren.” Zij leerde zichzelf Nederlands van een stokoude cd-rom en een woordenboekje, waar ze alle nieuwe woorden fonetisch in opschreef. ”Dan wist ik meteen hoe ik het moest zeggen, want Nederlands is een moeilijke taal. Zoals je het schrijft, spreek je het niet uit. Vooral die klanken zoals ‘ui’ of ‘au’ zijn voor mensen heel moeilijk.”
Nog even vertalen
De groep komt aan het einde van de les weer bij elkaar. Volgende week weer, spreken ze af. Vrijwilliger Alexandra vraagt of Nazik nog wat wil vertalen. ”Zeg maar dat wij het heel leuk vinden om Nederlandse les aan ze te geven.” Er wordt gelachen door de groep en een van de deelnemers neemt het woord. Nazik vertaalt: ”Zij zijn allemaal heel blij dat jullie het willen doen.”
Instroomgroepen
De volgende instroomgroepen Nederlandse les voor Oekraïners zijn:
Dinsdagavond van 19.00 tot 20.30 uur in opvanglocatie ‘Almere’ in Opperdoes
Woensdag van 10.00 tot 11.30 uur in de H. Franciscus X kerk, Kwakerspad in Enkhuizen
Donderdag van 10.00 tot 11.30 uur in het Streekpunt, Streekweg 220 in Hoogkarspel
Donderdag van 19.00 tot 20.30 uur en dinsdag van 10.00 tot 11.30 uur in het Postkantoor in Bovenkarspel
Nieuwe vrijwilligers zijn welkom, ook in Hoorn en Scharwoude starten binnenkort nieuwe instroomgroepen. Voor meer informatie, stuur een mail naar taalhuis@vrijwilligerspunt.com (mailto:taalhuis@vrijwilligerspunt.com) of bel 0229-216499.
Foto: De eerste les in Bovenkarspel, met vrijwilligers Alexandra en André aan de rechterkant