HOORNGIDS | De kogel is door de kerk: er komt geen nieuw stadhuis met allerlei wenselijke extra functies, maar het huidige stadhuis zal worden gerenoveerd. Dat is op een keurige manier democratisch besloten door de Hoornse gemeenteraad en honni soit qui mal y pense.
Deze misschien wel belangrijkste beslissing van dit komende decennium zal worden uitgevoerd om aan de klimaateisen en de functie-eisen van straks voorbeeldig te kunnen voldoen. Voor een aantal fracties en onderhandelingspartners is het vast een teleurstelling dat niet is gekozen voor het ambitieuze project dat de veelbelovende naam Huis van de Stad meekreeg en in De Poort van Hoorn van Hoorn een veel echtere stad zou helpen maken. Een stortvloed van argumenten tegen en voor heeft geen enkele fractie naar een ander standpunt overgehaald. En toch vermoed ik sterk dat niet alle argumenten over het voetlicht zijn gekomen.
Voor het nieuwbouwproject in het stationsgebied waren diverse sterke troeven op tafel gegooid, maar hoe sterk waren ze in de werkelijkheid? Het Huis van de Stad zou ook plaats kunnen bieden aan andere maatschappelijk relevante activiteiten. De bibliotheek was genoemd, want de directeur ervan had zich al in dat nieuwe Huis gewaand. Hebben andere kandidaten zich gemeld om er zich te vestigen? Ik heb ze hooguit als suggestie horen noemen, maar stonden ze zelf al te dringen? Ik vermoed van niet. Het nieuwe stadhuis zou een vliegwielfunctie hebben, een aanjager zijn van nog veel meer fraaie initiatieven. Prominente partijen zoals NS en de Provincie wezen in een dergelijke richting. Geen van deze geluiden bleken de doorslag te kunnen betekenen.
Moeten we op dit moment al de conclusie trekken dat de meest verstandige keuze is gemaakt? Ik heb geen lage dunk van de inschattingscapaciteiten van onze raadsleden, maar ook het college van burgemeester en wethouders acht ik in staat om met hun gezamenlijke denkkracht de stad verder te helpen. Ik kan echter niet aan de indruk ontsnappen dat de doorslagkracht moet worden gezocht achter argumenten die niet zijn genoemd. Er zijn kaarten tegen de borst gehouden en ik kan hooguit een poging doen om te bedenken welke plaatjes op die kaarten te zien zijn.
Eén argument dat steevast achteraf duidelijk wordt bij grote bouwprojecten door de overheid is dat de bouw bijna altijd een stuk duurder uitvalt dan de eerste begroting deed vermoeden. Pak weg 30 miljoen zou over een paar jaar zomaar 40 of meer miljoen kunnen zijn. Het VARA-programma Kanniewaarzijn heeft in elke aflevering die werd uitgezonden een uit de hand gelopen overheidsbouwproject op de korrel gehad. Het Huis van de Stad herbergt op papier al genoeg uitnodigingen om ook kandidaat voor dat programma te worden. Het renoveren van een gebouw kan ook best uit de hand lopen, maar het gevaar lijkt minder groot.
Toch blijft bij mij en ik denk bij diverse raadsleden en misschien wel enkelen die tegen het Huis van de Stad stemden het verlangen iets moois en innovatiefs te creëren en de spijt te voelen dat een mooie visie teniet wordt gedaan door platvloers geldbejag of fantasieloosheid. Het te renoveren stadhuis kan zo’n innovatieve functie ook krijgen. Plek zat. Misschien kunnen nuttige elkaar aanvullende culturele en maatschappelijke instellingen die toch al een hoop gemeentesubsidie krijgen met enige tactische voorstellen een plekje kunnen vinden in het komende vernieuwde stadhuis. En misschien kunnen ondernemers, NS, bibliotheek en wie weet nog meer partners die zo verlangden naar het vervullen van een bouwdroom in het stationsgebied, alsnog een vliegwielfunctie, een magneetkarakter of aanjaageigenschap verwezenlijken.
Hoe het ook zij, in Hoorn gaat alles op welke weg dan ook gewoon verder. We zullen het wel zien. Ik denk dat ik ga proberen om voortaan bij alle argumentatie van raads- en collegeleden een vertaling te vinden van wat er werkelijk bedoeld wordt. Maar prettiger blijft het toch, wanneer zij dat zelf gaan doen.