Verbazende rol directeur Discriminatiezaken bij intocht Sinterklaas

”In de afgelopen jaren worden stevige maatschappelijke debatten gevoerd over het uiterlijk van Zwarte piet bij de intocht van Sinterklaas. In aanloop naar de Sinterklaasintocht van zaterdag 17 november was dat niet anders, sterker het gesprek en de uitgevoerde acties worden heftiger en krijgen een niet te accepteren dimensie”. Aldus de aanhef van een brief met vragen die de VVD samen met nog 6 andere fracties heeft verzonden aan het college van burgemeester en wethouders van Hoorn.

Met verbazing hebben de briefschrijvers geconstateerd dat, de directeur van Art. 1 Bureau Discriminatiezaken Noord-Holland Noord, de heer Luc Hofmans, in Hoorn actief deelnam aan de demonstratie tegen Zwarte Piet tijdens de intocht van Sinterklaas. Zie onderstaand de brief:  

Geacht college,

In de afgelopen jaren worden stevige maatschappelijke debatten gevoerd over het uiterlijk van Zwarte piet bij de intocht van Sinterklaas. In aanloop naar de Sinterklaasintocht van zaterdag 17 november was dat niet anders, sterker het gesprek en de uitgevoerde acties worden heftiger en krijgen een niet te accepteren dimensie.

Het gesprek over het uiterlijk van Zwarte piet kent meerdere dimensies en is gebaat bij nuance en respect. In de praktijk betekent dit dat er een open gesprek en dialoog mogelijk moet zijn tussen voor- en tegenstanders van Zwarte piet met respect voor elkaar standpunten. Het is van belang om elkaar te horen en nadrukkelijk naar elkaar te luisteren. Dat is in eerste instantie een gesprek vanuit de samenleving zelf. Het gesprek hierover wordt helaas bepaald door de uiterste kanten van het spectrum. Uiteindelijk gaat het om een mooi Nederlands kinderfeest waar kinderen centraal staan.

Om het goede gesprek te voeren heb je mensen en instanties nodig die de nuance zoeken en het gesprek faciliteren. De rol die Art. 1 Bureau Discriminatiezaken Noord-Holland Noord hierin heeft ingenomen is opvallend.

Art. 1 Bureau Discriminatiezaken Noord-Holland Noord ontvangt o.a. subsidie van de gemeente Hoorn. Het bureau profileert zich als regisseur van gelijke kansen zowel in preventieve zin als in de bestrijding van discriminatie. Verder staat er op de website dat Art. 1: een fundament van een democratische samenleving is de overtuiging van gelijkheid tussen de deelnemers aan die samenleving en het daarop berustende respect voor de eigenheid en het zijn van de ander.

Ons verbaast dan ook de uitingen van Art. 1 in de media waaronder het NOS Journaal van 17 november waarin het anti discriminatie bureau een duidelijke positie inneemt, namelijk Zwarte Pieten zijn racistisch. De directeur van het bureau, de heer Hofmans, nam actief deel aan de demonstratie in Hoorn tegen Zwarte piet tijdens de intocht van Sinterklaas. Het staat ieder individu en iedere organisatie vrij om een eigen mening en oordeel te hebben, dat is vrijheid. Het is echter de vraag of een gesubsidieerde instelling daarmee het goede gesprek over een maatschappelijk vraagstuk verder helpt. De inzet van Art. 1 zorgt volgens ons eerder voor verdere polarisatie van het vraagstuk dan dat het mensen bindt. Het is van belang dat burgers en bestuurders door Art. 1 worden gefaciliteerd om het goede gesprek te voeren op basis van de verschillende inzichten en standpunten. Daar past een heldere en redelijk geobjectiveerde rol van Art. 1 bij en niet de rol van activist.

Op basis hiervan stellen wij u de volgende vragen:

1.       Bent u het met ons eens dat de intocht van Sinterklaas met name een kinderfeest moet zijn en niet een podium is om ‘volwassen’ onderwerpen uit te vechten? Hoe gaat het college dit waarborgen?

2.       Wat vindt u van de uitingen van Art. 1 in de media en de aanwezigheid van de directeur van het bureau bij de demonstratie bij de intocht van Sinterklaas? Ook in relatie tot de subsidierelatie die er is met Art. 1. En wat zijn de beweegredenen van de directeur geweest?

3.       Wat vindt u van de rol en de opvattingen van Art. 1 in relatie tot de maatschappelijke discussie over dit thema?

4.       Welke rol zou Art. 1 volgens u moeten spelen in deze discussie?

5.       Hoe gaat  u het gesprek aan met Art. 1 over de rol die zij innemen en hoe koppelt u hierover terug naar de raad?

Graag zien wij uw beantwoording binnen de gestelde termijn.

Met vriendelijke groet,

Namens de fracties van:

Chris de Meij, VVD

Jeroen van der Veer, Sociaal Hoorn

Robert Vinkenborg, HOP

René Assendelft, Hoorn Lokaal

Roger Tonnaer, Fractie Tonnaer

Hans Weeda, VOCH

Dick Bennis, CDA