Geachte leden van de raad.
Op 6 maart 201 7 heeft u artikel 36 vragen gesteld over de participatiewet en verdringing op de arbeidsmarkt. In deze brief beantwoorden wij uw vragen.
”Onze fracties hebben met interesse kennis genomen van het schrijven van het college over de participatiewet en arbeidsverdringing inclusief de daarin voorgestelde ’meetlat.’ Deze zg. meetlat staat echter vol onduidelijkheden, dubbele ontkenningen en bepalingen die op meerdere manieren kunnen worden uitgelegd”.
1. Wanneer kan een aangepaste versie van deze meetlat worden aangeleverd, waarin expliciet en duidelijk staat aangegeven wat de voorwaarden zijn en de gebruikte definities zijn?
We kiezen er voor om de meetlat eerst te bespreken in de meningvormende commissie op 11 april 2017 zodat alle fracties hun visie kunnen geven. Op basis van dit gesprek kunnen wij bepalen of en welke wijzigingen er nog nodig zijn.
2. Graag ook een toelichting over hoe deze definities in de praktijk zouden worden toegepast? Met name ook als externe partijen bij de uitvoering worden ingezet.
De meetlat is een samenvatting van bestaand beleid. Het beleid ligt aan de basis van alle uitvoering door WerkSaam Westfriesland. Heel concreet zal de meetlat ingezet gaan worden als basis voor het beoordelen van casussen door de regionale Commissie Voorkomen Verdringing. Als er afspraken gemaakt worden met werkgevers over bepaalde arrangementen, geeft de meetlat de spelregels waar degene die afspraken maakt zich aan moet houden. De meetlat is tevens het toetsinstrument voor de nog op te richten commissie die op verdringing gaat toetsen.
Op 21 februari 2017 nam de Tweede Kamer een wetsvoorstel van de SP tegen de verdringing van betaald werk en voor de verplichte invoering van een verdringingstoets aan. Gezien de huidige verhoudingen in de Eerste Kamer is het meer dan aannemelijk dat deze ook daar zal worden aangenomen.
3. Het lijkt ons duidelijk dat het beter is te anticiperen op de komende wetgeving dan in te zetten op een eigen ’meetlat’ die op korte termijn wordt ingehaald door de wetgever. Bent u dit met ons eens?
Nee, wij zijn het niet met u eens. Het wetsvoorstel van de SP tegen verdringing heeft alleen betrekking op de tegenprestatie en de participatieplaats binnen de Participatiewet. Zie hiervoor ook de uitleg van de VNG in onderstaande link: https://vng.nl/onderwerpenindex/werk-eninkomen/participatiewet/nieuws/tweede-kamer-akkoord-met-wetsvoorstel-verdringingstoets-werk (https://vng.nl/onderwerpenindex/werk-eninkomen/participatiewet/nieuws/tweede-kamer-akkoord-met-wetsvoorstel-verdringingstoets-werk).
De tegenprestatie en de participatieplaatsen zijn instrumenten die wel in het beleid en de verordeningen van WerkSaam Westfriesland worden genoemd, maar in de praktijk nooit worden toegepast. Bij of krachtens een AMvB (Algemene Maatregel van Bestuur) kunnen nog andere voorzieningen worden aangewezen. Deze ontwikkelingen houden wij uiteraard goed in de gaten. De nieuwe wet heeft voorlopig dus op geen enkele manier invloed op de manier waarop WerkSaam Westfriesland re-integratie instrumenten inzet. Het hebben van een eigen meetlat sluit aan bij de zienswijze van de staatssecretaris, die vindt dat gemeenten hier zelf hun verantwoordelijkheid in moeten en kunnen nemen.
4. Bent u met ons eens dat het FNV-verdringingsprotocol nauw aansluit op de doelstellingen van de nieuwe wet?
Op basis van eerdere overleg met de raadscommissie heeft u het college gevraagd om in plaats van het FNV- protocol met een eigen Westfriese meetlat te komen. Wij hebben aan deze vraag invulling gegeven en gaan graag met u in gesprek over deze meetlat op 11 april aanstaande. U kunt dan ook de relatie leggen met het FNV protocol.
5. Bent u bereid vooruitlopend op de komende wetgeving het FNV-verdringingsprotocol vast te stellen en te gebruiken als richtlijn voor de GR WerkSaam?
Zoals eerder tijdens de raadsvergadering van 27 september 2016 aangegeven en in de beantwoording van uw vragen d.d. 1 november 2016, bepaalt niet het FNV het beleid voor de gemeente Hoorn, maar dat doet u als raad. Dat is de reden waarom gekozen is voor een eigen meetlat en is aan WerkSaam Westfriesland gevraagd om met een voorstel te komen tot het instellen van een commissie die op verdringing toetst. Zie ook antwoord op vraag 4.
6. Bent bereid/ziet u de noodzaak om de gevolgen van het aannemen van de nieuwe wet in het eerstvolgende DB en AB vergadering van WerkSaam te agenderen?
De wet is al in informerende zin aan de orde geweest in het DB, toen het DB gesproken heeft over de meetlat en het instellen van een commissie. Aangezien de wet niet direct van toepassing is op de werkwijze van WerkSaam is dit verder voor kennisgeving aangenomen en wil het bestuur doorgaan op de voorgestelde weg van meetlat en commissie.
7. Bent u bereid om ons zo snel mogelijk verslag te doen van de behandeling van dit punt.
Als de regeling voor de commissie Voorkomen Verdringing is vastgesteld, zullen wij u deze ter kennisname toesturen. De meetlat is al bij u bekend. Als deze wordt aangepast, zullen wij u hierover informeren.
8. Welke uitgangspunten die WerkSaam nu hanteert zullen naar uw verwachting strijdig zijn met de nieuw in te voeren wet.
Geen
Tot slot willen wij u het volgende berichten. Het bestuur van WerkSaam Westfriesland heeft besloten om een regionale adviescommissie op te richten die casussen uit de praktijk zal toetsen op verdringing. De insteek is dat de commissie Voorkomen Verdringing uit 5 leden zal bestaan. De volgende disciplines zullen hierin vertegenwoordigd zijn: de vakbonden (FNV/CNV), de Westfriese Bedrijvengroep, de cliëntenraad, het UWV en WerkSaam Westfrieslandgemeente.
Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Met vriendelijke groet.
Namens het college van burgemeester en wethouders,