Gemeenteraad stelt bestemmingsplan Bangert en Oosterpolder vast
ingevoerd op 1-2-2006
De gemeenteraad van Hoorn heeft op 31 januari het bestemmingsplan Bangert en Oosterpolder vastgesteld. In het nieuwe plan is rekening gehouden met de uitspraak van de Raad van State. De Raad van State vernietigde in 2004 het goedkeuringsbesluit van Gedeputeerde Staten van een eerder bestemmingsplan. In grote lijnen is het nu vastgestelde plan gelijk aan het oorspronkelijke plan. Het plan voorziet in de bouw van ongeveer 3.400 woningen, een op de wijk afgestemd voorzieningencentrum, bijbehorende infrastructuur, water en groenvoorzieningen.
Op 29 oktober 2002 heeft de gemeenteraad een eerder bestemmingsplan voor dit gebied vastgesteld. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 25 augustus 2004 het goedkeuringsbesluit van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland voor dat bestemmingsplan vernietigd. Dat was de reden dat het bestemmingsplan opnieuw in procedure moest worden gebracht. In het nieuwe bestemmingsplan is rekening gehouden met de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak, nieuwe wetgeving en actuele ontwikkelingen en inzichten.
Onderzoeken
Er is een waterdocument opgesteld en ook zijn de verkeersonderzoeken in afzonderlijke rapportages gebundeld. Deze rapportages zijn de update van het verkeersmodel, het akoestisch onderzoek en het onderzoek naar de luchtkwaliteit. Ook is onderzoek gedaan naar externe veiligheid. Vanwege de nieuwe onderzoeken is eveneens een actualisatie van de milieueffectrapportage uitgevoerd. In afwijking van het eerdere plan hebben de fasen 3, 4 en 5 en enkele restgebieden een nader uit te werken bestemming gekregen. Enkele percelen zijn, overeenkomstig artikel 13 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, aangewezen als gronden waarvan de verwerkelijking van het plan in de naaste toekomst nodig wordt geacht. Op grond daarvan is eventueel een versnelde onteigening mogelijk.
Verkeer
De verkeersafwikkeling van en naar de nieuwe woonwijk is vanaf het begin een punt van aandacht geweest. Al in het stadium van het Structuurplan Bangert en Oosterpolder zijn keuzes gemaakt die tot doel hadden de bestaande dorpslinten, Dorpsstraat, Bangert/Koewijzend en Westerblokker, te ontzien. Dat heeft geleid tot de keuze van een hoofdwegenstructuur, waarin de nieuwe wijkontsluitingsweg de Strip een belangrijke functie gaat vervullen. Door zijn vormgeving, met rijbanen die ongeveer 35 meter uit elkaar worden gelegd, ontstaan veilige kruisingen met de linten, die de bestaande structuur van de linten zo weinig mogelijk aantasten. Per baan is sprake van eenrichtingsverkeer. Verder moet de aansluiting van de Strip op de IJsselweg en op de Westfrisiaweg (N302) een goede verkeersafwikkeling vanuit de wijk garanderen. Voor de Westfrisiaweg zijn met de provincie afspraken gemaakt die ertoe moeten leiden dat de verdubbeling binnen de planperiode plaatsvindt. Daarnaast heeft de gemeenteraad de bereidheid uitgesproken financieel bij te dragen aan een ongelijkvloerse kruising Strip/Westfrisiaweg. Verder vindt opwaardering van de IJsselweg plaats voordat fase 5 wordt uitgevoerd. Tot die tijd wordt het verkeer vanuit de nieuwe wijk via andere wegen geleid. Dat gebeurt in eerste instantie via het bedrijventerrein Westfrisia Oost en in tweede instantie via een tijdelijke aansluiting op de N302. Het is echter onvermijdelijk dat in die planstadia een deel van het verkeer uit de wijk ook zijn weg zal zoeken via de Dorpsstraat en de Bangert. De nieuwe bewoners maken immers gebruik van de hier aanwezige voorzieningen. Daarnaast spreekt het voor zich dat, waar Hoorn zich verder verstedelijkt, dit tot extra verkeer leidt op de wegen in en rond Hoorn, dus ook op de linten. Het extra verkeer mag echter niet leiden tot verkeersonveilige situaties. Op het moment dat een dergelijke situatie dreigt te ontstaan worden passende maatregelen op de linten genomen om dat te voorkomen.
Gewijzigde vaststelling
Overeenkomstig het uitgebrachte voorstel heeft de gemeenteraad besloten om het bestemmingsplan ten opzichte van het in procedure gebrachte ontwerp nog op een aantal plaatsen te wijzigen. Enerzijds vloeiden die wijzigingen voort uit de ingediende zienswijzen, anderzijds uit zogenaamde ambtshalve wijzigingen, door actualiseringen en gewijzigde inzichten. Die wijzigingen waren opgenomen in de (aangepaste) staat van wijzigingen, behorend bij het raadsbesluit. De gemeenteraad heeft het bestemmingsplan vervolgens gewijzigd vastgesteld.
Procedure bestemmingsplan
Het bestemmingsplan wordt na vaststelling zo spoedig mogelijk, in ieder geval binnen vier weken na dagtekening van het raadsbesluit (31 januari 2006), zes weken ter inzage gelegd. Degene die tijdig een zienswijze bij de gemeenteraad naar voren heeft gebracht, kan gedurende die termijn bij Gedeputeerde Staten bedenkingen inbrengen tegen het bestemmingsplan. Ook kan iedereen bedenkingen indienen tegen de wijzigingen. Vervolgens hebben Gedeputeerde Staten de gelegenheid om binnen zes maanden na het verstrijken van de termijn waarbinnen die zienswijzen moesten zijn ingediend, te besluiten over goedkeuring van het bestemmingsplan. Na dat besluit (goedkeuring dan wel geheel of gedeeltelijke onthouding van goedkeuring) bestaat de mogelijkheid om binnen zes weken na de bekendmaking van het goedkeuringsbesluit daartegen beroep in te stellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Ook bestaat de mogelijkheid om binnen die zes weken een verzoek om voorlopige voorziening in te dienen. De Afdeling bestuursrechtspraak doet in beroep een onherroepelijke uitspraak. Dat is naar verwachting niet eerder dan halverwege 2007. Als echter het verzoek om voorlopige voorziening wordt afgewezen, dan treedt het bestemmingsplan al wel in werking. Dat zou het geval kunnen zijn in het najaar van 2006.