Kruidenier Groep vraagt surseance van betaling aan
7-3-2014
HOORN / BLOKKER - De Kruidenier Groep, met onder meer een vestiging in Blokker, heeft een verzoek tot het verlenen van surseance van betaling ingediend. De Kruidenier Groep is recentelijk in financiële problemen geraakt. Als gevolg hiervan hebben de bestuurders vrijdag het verzoek tot het verlenen van surseance van betaling ingediend bij de rechtbank.
De onderneming verwacht dat de rechtbank op zeer korte termijn, waarschijnlijk vandaag, een bewindvoerder zal benoemen. De Kruidenier Groep streeft ernaar om door middel van een surseance van betaling te komen tot een doorstart van de activiteiten. Met behulp van de door de rechtbank benoemde bewindvoerder zal op korte termijn deze optie van een doorstart worden beoordeeld. Een van de kernaspecten daarbij zal zijn om de leveranties aan klanten zo goed als mogelijk te waarborgen. Kruidenier zal de betrokken partijen blijven informeren over de voortgang van deze ontwikkelingen.
De Kruidenier Groep is een familieonderneming, met een historie die terug gaat tot 1928 en nu onder leiding staat van de broers P.H.J. Kruidenier en J.M.A.S. Kruidenier. Kruidenier is een full-service wegbrenggroothandel voor de Nederlandse out-of-home markt en verricht logistieke activiteiten voor de retailmarkt. Het belangrijkste marktsegment is de bedrijfscatering. Daarnaast is de onderneming actief in de sectoren van zorginstellingen, horeca en retail/leisure. De onderneming beschikt over vier distributiecentra die gezamenlijk een landelijk fijnmazig distributienetwerk vormen. Er zijn bijna 600 medewerkers bij de organisatie werkzaam.
De onderneming behaalt verreweg het grootste deel van de omzet in de cateringmarkt. Deze markt wordt al meerdere jaren geconfronteerd met zeer omvangrijke en structurele omzetdalingen. Om die reden zijn de afgelopen jaren ingrijpende besparingsmaatregelen getroffen. In 2011 is een uitgebreid herstructureringsprogramma ingezet met als kernpunten de vermindering van het aantal vestigingen, het terugdringen van de algemene holdingkosten en het afstoten van de activiteiten die niet tot de kern behoorden. Dat programma is praktisch geheel afgerond.
De vooruitzichten in deze markt blijven echter onverminderd slecht en de marktdruk neemt verder toe. De onderneming is nu niet meer in staat om het tempo van de omzet- en margedalingen door verdere kostenbesparingsprogramma’s te compenseren.
In het licht van deze marktontwikkelingen heeft de onderneming in 2013 met meerdere partijen intensieve gesprekken gevoerd om te komen tot strategische samenwerkingsverbanden. Deze gesprekken hebben echter niet geleid tot concrete resultaten.