Rekenkamercommissie buigt zich over Bibliotheek Hoorn

ingevoerd op 22-12-2005

De Rekenkamercommissie van de gemeente Hoorn heeft besloten haar eerste onderzoek te wijden aan de Bibliotheek Hoorn. De keuze is gevallen op de bibliotheek omdat deze instelling een goed voorbeeld is van de instellingen die voor hun financiering geheel of grotendeels zijn aangewezen op een gemeentelijke budgetsubsidie.
Het onderzoek is het afgelopen najaar gestart en zal medio februari zijn voltooid. Dan zal de Rekenkamercommissie haar eerste rapportage aanbieden aan haar opdrachtgever, de gemeenteraad van Hoorn.


De instelling van de Rekenkamercommissie is een van de gevolgen van de sterk veranderde manier waarop gemeenten in Nederland worden bestuurd, het dualisme. In Hoorn is ervoor gekozen de commissie te laten bestaan uit een externe voorzitter (registeraccountant Kim Brand), drie externe leden (Karin Greuter, financial controller;  Michel Broersen, qualified controller en ir. Jeroen Meijne) en drie leden namens de gemeenteraad (Jan de Boer, Harry van Lunteren en Johan van der Tuin).
Als ambtelijk secretaris/onderzoeker is Martin de Caluwé, voormalig concern controller van de gemeente Hoorn, aan de Rekenkamercommissie toegevoegd.
Eerste onderzoek
Bibliotheek Hoorn krijgt jaarlijks een subsidie van rond  € 1,4 miljoen. Daarnaast stelt de gemeente de huisvesting van 2 filialen ter beschikking. Afgezet tegen de € 15,5 miljoen die alle gesubsidieerde instellingen tezamen jaarlijks ontvangen, is sprake van een fors bedrag. Mede om die reden heeft de Rekenkamercommissie de bibliotheek gekozen voor het eerste onderzoek.
De doelstelling van het onderzoek is vaststellen, dat de subsidieverstrekking voldoet aan de normstelling in het kader van rechtmatigheid, doelmatigheid en doeltreffendheid. Dit betekent dat ondermeer wordt nagegaan in welke mate de gemeente Hoorn in de cyclus van subsidieverstrekking (vooraf, tussentijds en achteraf) stuurt en/of kan sturen op deze elementen.
Het onderzoek bestaat uit een uitgebreid onderzoek van alles wat er over de budgetfinanciering van de bibliotheek op papier staat: beleidsplannen, verslagen van vergaderingen van de gemeenteraad en raadscommissies, correspondentie, overeengekomen budgetafspraken, enzovoorts. Daarnaast wordt een aantal interviews gehouden met betrokkenen van zowel bibliotheek als gemeente.
In het onderzoek komen de beleidsontwikkeling, de beleidsuitvoering, de beleidsverantwoording en de beleidsevaluatie aan bod.
Het eerste rapport van de Rekenkamercommissie zal naast een verslag van het onderzoek ook conclusies en aanbevelingen bevatten. Uiteraard is het aan de gemeenteraad om te beslissen wat er met deze aanbevelingen wordt gedaan.
Conclusies en aanbevelingen zullen niet alleen over Bibliotheek Hoorn gaan maar ook, en vooral, over budgetfinanciering in zijn algemeenheid. Indien de Rekenkamercommissie gaande het onderzoek het gevoel krijgt dat Bibliotheek Hoorn een te smalle basis oplevert voor algemene conclusies en aanbevelingen, zal een tweede instelling als case study worden onderzocht.
Dit eerste onderzoek van de Rekenkamercommissie dient tevens om een lijn uit te zetten voor de werkwijze, onderzoeksstructuur en wijze van rapporteren in de toekomst. Na het voltooien van dit eerste onderzoek zal dan ook als eerste een Onderzoeksplan voor 2006 worden opgesteld en gepresenteerd.