Van der Tuin: ”Stadsorganist moet terug in Hoorn”

19-3-2013

HOORN - Gemeenteraadslid Van der Tuin strijdt voor de terugkomst van de stadsorganist in Hoorn. In een brief aan het College van B en W licht Van der Tuin toe dat de komst van de stadsorganist wat hem betreft prima in de lijn ligt van het feit dat het College ’hart voor Cultuur’ kan tonen.

Aan:  College van Burgemeester en Wethouders te Hoorn 
Van:  Johan van der Tuin
Betreft: brief Art-43 RvO m.b.t. Stadsorganist 
Datum: 19 maart 2013
Cc:  raadsgriffie


Geacht college,

Op 14 januari 2009 schreef ik u o.a. het volgende:

“Zaterdag jl. heeft onze burgemeester door middel van fraai orgelspel het fraaie Bätzorgel in de Oosterkerk in hergebruik genomen. Dankzij de inspanning van het bestuur van de Stichting Oosterkerk alsmede de financiële steun van de gemeente- en fondsen is dit orgel volwassen geworden door het aanbrengen van extra registers. Het orgel heeft twee nieuwe pedaalregisters gekregen: een prestant (basisregister) en een fagot.

Hoe dit fraaie orgel klinkt hebben we mogen horen tijdens het aansluitende concert door Mark Heerink, organist te Hoorn. Door het bestuur van de Stichting Oosterkerk werd bij deze gelegenheid de suggestie gedaan om de functie van stadsorganist in ere te herstellen. Het bestuur heeft zich hierbij laten inspireren door een persbericht over een benoeming tot stadsorganist in Dordrecht.

De situatie in Hoorn was en is voor een belangrijk deel volledig vergelijkbaar. Ook Hoorn had een stadsorganist vanaf 1600 tot zeker 1771. Vanaf 1768 was George Frederik Richter stadsorganist te Hoorn. Mogelijk dat uit historisch onderzoek blijkt dat Hoorn over een nog langere periode stadsorganisten heeft gehad.

Ook in Hoorn hebben we monumentale kerkgebouwen en monumentale orgels en is (extra) aandacht vanuit de gemeente van groot belang. Ook voor Hoorn is het een goede zaak als de orgelkunst voor een breder publiek bereikbaar wordt gemaakt en samenwerkingsverbanden vorm worden gegeven. De stadsorganist anno 2009 zou o.a. als taak kunnen krijgen gevraagd en ongevraagd advies uit te brengen over het behouden en verbeteren kwaliteit van de orgels in Hoorn, maar ook het stimuleren van het gebruik bij jong en oud. Kortom, de gemeente Hoorn kan met de invoering van dit (ere)ambt de kwalitatieve orgelcultuur bevorderen.

Het instellen van het (ere)ambt van Stadsorganist kan in principe budgetneutraal  plaatsvinden.”
Het resultaat was anders dan gehoopt. Het toenmalige college benoemde een stadsdichter maar liet na een stadsorganist te benoemen.

Gezien het feit dat dit college een hart heeft voor cultuur en geschiedenis en dat een eventuele aanstelling tot stadsorganist een tweede kans verdient breng ik deze mogelijkheid wederom onder uw aandacht, hopende dat het nu wel tot resultaat zal leiden.

Daarom stel ik u de volgende vragen:

1) Deelt u mijn mening dat het vanwege de bovengenoemde argumenten voor Hoorn van belang kan zijn een stadsorganist te hebben?

2) Bent u met mij van mening dat het ook voor de uitstraling voor onze stad van belang kan zijn om een stadsorganist te hebben?

3) Bent u voornemens om in Hoorn een stadsorganist te benoemen? Zo nee, waarom niet?

4) Op welke termijn zouden we een voorstel hiervoor tegemoet kunnen zien?

Uw antwoorden zie ik met grote belangstelling tegemoet.
Vriendelijke groet,
J. van der Tuin