Begraafplaats klooster Bethlehem ontdekt
De dienst heeft van burgemeester en wethouders toestemming gekregen langer door te graven.
Aan de Bangert in Blokker heeft de Archeologische Dienst van de gemeente Hoorn gisteren de eerste stoffelijke overschotten aan de oppervlakte gebracht op wat kennelijk de begraafplaats van het middeleeuwse klooster Bethlehem is. De dienst heeft van burgemeester en wethouders toestemming gekregen langer door te graven om het onderzoek goed te kunnen afronden. De archeologische dienst is sinds 5 oktober aan de Bangert bezig. Voor het onderzoek waren aanvankelijk zes weken ingeruimd.
De stoffelijke resten die aan de oppervlakte zijn gekomen, bevinden zich pal ten zuiden van de tuin van Bangert 36, op de plek waar de opgravingskeet heeft gestaan. Er zijn tot nu toe 7 skeletten blootgelegd. Ze stammen waarschijnlijk uit het eind van de 15e of begin van de 16e eeuw en zijn op geringe diepte begraven. De archeologen zijn er zeker van dat het hier om de begraafplaats van het klooster gaat. Dit houdt in dat de restanten van de kloosterkapel meer naar de weg toe zullen liggen, vermoedelijk onder de woning die op het perceel staat.
Eerder viel uit het archeologisch onderzoek op te maken dat klooster Bethlehem veel groter is geweest dan gedacht werd op basis van waarnemingen in de zestiger jaren en het proefonderzoek van 2003. De restanten van het klooster konden pas goed worden waargenomen en geïnterpreteerd nu er grote opgravingsvlakken zijn blootgelegd. Wat ervan te zien is, beperkt zich tot uitbraaksleuven met baksteenpuin, enkele waterputten, hier en daar een restant van een muur en een plavuizen vloer. Uit afvalputten en met afval gedempte sloten zijn vondsten opgediept die aan de kloosterperiode herinneren. De interessantste vondsten waren op 18 november te zien tijdens een openstelling van de opgraving voor het publiek.
Het nonnenklooster is gesticht in 1475 door een zekere Mr. Gerrit en twee priesters. De eerste bewoonsters waren afkomstig van het moederklooster, dat bij Sneek was gelegen. De zusters leefden aanvankelijk volgens de 3e regel van St. Franciscus, maar al spoedig namen zij de regel van St. Augustinus aan en stelden zich onder het kapittel der Kruisbroeders. Klooster Bethlehem heeft als zodanig nog geen eeuw bestaan. Na de reformatie is een deel van de gebouwen als boerenhoeve in gebruik genomen.