Regionale afstemming en maatwerk in coffeeshopbeleid
24-5-2012
HOORN - Het Hoornse college wordt verzocht om de regionale vraag naar softdrugs bespreekbaar te maken, in elk geval bij de West-Friese gemeenten. Het doel: afstemmen van het lokale en regionale coffeeshopbeleid. Dat besloot een meerderheid van de gemeenteraad in de vergadering van dinsdag 22 mei. Ook wil de gemeenteraad dat de burgemeester bij de Minister van Veiligheid gaat pleiten voor meer lokaal en regionaal maatwerk binnen het huidige coffeeshopbeleid.
Raadslid Arthur Helling van D66 diende samen met de fracties van VOCHoorn, VVD, CDA en Fractie Tonnaer een motie in over het coffeeshopbeleid. Volgens de partijen ligt het coffeeshopbeleid gevoelig in de Hoornse samenleving en de Hoornse politiek. Daarom zou het van groot belang zijn om te komen tot een gewenst ‘Hoorns model’.
De indieners van de motie vinden dat het gebrek aan regionale afstemming, en ook de striktere regels die landelijk worden opgelegd de gemeente Hoorn beperken in de vrijheid. Volgens de fracties zou lokale beleidsvrijheid voor gemeenten, zoals een bandbreedte in de maximale omvang van het aantal leden, en het criterium om alleen Hoornse inwoners in Hoornse coffeeshops toe te laten, het mogelijk maken om tot de beste oplossing te komen voor Hoorn.
De motie behaalde een nipte meerderheid van 18 tegen 17 tegenstemmen. De fracties van PvdA, GroenLinks, SP, Fractie Assendelft, Hoorns Belang en de Hoornse Seniorenpartij stemden tegen. Belangrijkste overweging voor deze partijen is dat zij een coffeeshop in de stad willen behouden (de SP wil beide coffeeshops in de stad behouden) en het niet eens zijn met het plan om één grotere coffeeshop aan de rand van de stad te realiseren. Deze fracties denken dat dit illegale straathandel in de binnenstad in de hand werkt, omdat daar ook de vraag naar softdrugs is.