Burgemeester eert raadslid in Weblog
ingevoerd op 13-5-2009
Onder de titel ”Harry” wijdt burgemeester Van Veldhuizen zijn nieuwste Weblog aan het vorige week overleden raadslid Harry van Lunteren. In zijn toespraak bij de begrafenis noemde hij hem ”een authentiek mens, streng in zijn waarden, waarin de vrijheid van het individu en zijn ontplooiingskansen, ongeacht kleur, levensovertuiging of geaardheid centraal stonden.”
Lees hier de Weblog van Onno van Veldhuizen, burgemeester van Hoorn:
Harry
Graag had ik u op deze plek ook verslag willen doen van mijn fietstocht naar Berlijn.
Maar uitgerekend daar, in de buurt van de stad waar hij zo van heeft gehouden, kreeg ik het bericht dat Harry van Lunteren, fractievoorzitter van de VVD in Hoorn, helemaal onverwachts is overleden. U begrijpt dat Harry er eigenlijk ook de hele tijd was. Nu niet meer en dat is heel verdrietig. Hierbij mijn laatste woorden voor Harry.
Beste Papa van Lunteren, broer, schoonzus, neefje en nichtjes, beste vrienden, kennissen, familie, collega’s, reisgenoten en tenslotte en niet op de laatste plaats goede, beste Harry,
Ik wil je namens ons allemaal nog een keer toespreken. Van harte hoop ik dat al die aandacht, vriendschap, liefde, waardering je toch nog mogen bereiken. Je zou het zo verdienen en het zou je misschien troosten bij het onaanvaardbare; dat je er zomaar niet meer bent. Bekocht zul je je voelen en zou je er artikel 43-vragen over kunnen stellen; zouden ze er per e-mail – je favoriete communicatiemiddel - al lang liggen. “Dit was niet de afspraak en zo ga je niet met elkaar om”. De landelijke pers zou dit keer ook al een afschrift hebben; de zaak is het waard.
Je bent wat te groot voor weinig woorden. Je essentie probeer ik te treffen. Een authentiek mens, streng in zijn waarden, waarin de vrijheid van het individu en zijn ontplooiingskansen, ongeacht kleur, levensovertuiging of geaardheid centraal stonden. Een mens die zich van nature eerder afzette tegen iedere autoriteit – de actievoerder - en later – denk ik - leerde dat democratische deelname aan de macht de beste bescherming daartegen oplevert. Je leerde het niet alleen; je wilde het ook. De nieuwsgierige, actievoerende lokale journalist werd een lokaal politicus. Dicht bij de mensen. Daar waar Den Haag en je geliefde Hoorn elkaar ontmoeten en er wat van moeten maken; de gemeenteraad. Je hield van het debat. Schuwde de polemiek niet en deinsde ook niet terug voor af en toe wat theater. De vorm en de timing kregen als drager van inhoud altijd ruime en warme aandacht. Humor was de olie. Ik slaap al drie jaar in een grijs geblokt werkershemd – boodschap: aan de slag college - dat de VVD-fractie onder jouw leiding gaf.
Wat je buitengewoon sierde – daarin was je groot - was dat je je kon laten overtuigen. Dat is politiek met een grote P. Evenzeer kon je buitengewoon goed na een aanvaring zonder werkelijk enige rancune verder; sterker nog, de relatie verdiepte zich. Daarin was je niet groot maar groots en liet je echt zien wie je als mens was. Maar het kon in zo’n geval ook volstrekt afgelopen zijn. Je had ook betonnen randjes. De gevolgen nam je voor lief. Vierkant gekanteld in het tegenlicht – vrij naar Jules Deelder- de nachtburgemeester van je geboortestad Rotterdam.
Je was een originele alleseter. Gek op mensen, plaatsen en verhalen. Vasthouden, begrijpen, behouden, doorgeven. Je reisde door de wereld met altijd een virtueel been in ons Hoorn. Vanuit heel Europa kwam je mail tot ons. We zien je gaan met dat gezellige, warme schommelloopje van je. De buik vooruit als warme introductie. Een rolkoffertje of de vuilniszak op maandagochtend – die laatste aanblik was meer dan eens het begin van mijn week – het ging beiden met gratie. En je leek altijd tijd te hebben, terwijl je die nooit had. Je dompelde jezelf onder in alles en iedereen – ik denk dat weinigen een tevergeefs beroep op je deden – en verloor jezelf daarin op de vleugels van nieuwsgierigheid, rechtvaardigheid, gezelligheid, loyaliteit en schoonheid. Je lichaam mocht daarbij geen spelbreker zijn. Zoiets doet het gewoon. En ook als de metertjes op rood staan rijden we door. Je had dan ook geen rijbewijs. Zelf keek je liever door de voorruit en verheugde je je op het volgende. Je had nooit één baan maar altijd twee, drie of vier. Je was een levensgenietende workaholic.
De laatste keer dat we elkaar zagen was in de Oosterkerk; de huiskamer van Hoorn. Ik zie je voor me ergens in het midden tussen al die decorandi uit onze stad, een oranjebittertje in de hand. Een klein lachje. Je zat daar goed en gepast tussen al die voortreffelijke mensen. Je was een van hen en een van ons en zo blijf je voortleven. Als antwoord op je niet gestelde artikel 43-vragen zul je dat heel eervol en heel waardeloos vinden. We zijn dat, lieve goede Harry, van harte met je eens. Kah-Wam-Da-Meh, jongen. Rust zacht.
Onno van Veldhuizen, 12 mei 2009