VVD stuurt Wethouder Van Es Open Brief
ingevoerd op 10-10-2004
De commotie die deze week is ontstaan n.a.v. het door de VVD ingediende interpellatie verzoek over de gang van zaken rond de Blauwe Berg en de beide artikelen in het NHD van donderdag 7 oktober j.l. zijn voor de VVD aanleiding geweest bijgaande Open Brief aan de Projectwethouder Blauwe Berg te sturen.
Open Brief aan Wethouder Jack van Es
Beste Jack,
Beste Jack,
Toen ik gisteravond naar ”Barend & Van Dorp” zat te kijken hoorde ik daarin een partijgenoot van je, het kamerlid Mr. A. Wolfsen, iets heel essentieels zeggen: ”De code in de Kamer is dat als een Kamerlid een interpellatie wil houden, een rijtje vragen wil stellen, dan sta je dat gewoon toe”.
Het werd gezegd in het kader van het gedoe rond de bij het huisvuil aangetroffen PC van een Officier van Justitie, maar wat de uitspraak zo essentieel maakt is dat hiermee het diepste wezen van onze democratie wordt geraakt.
Onze democratie kent - gelukkig! - een scheiding der machten: de wetgevende annex controlerende macht, de uitvoerende macht en de rechterlijke macht.
In het oude monistische stelsel waren de wetgevende annex controlerende en de uitvoerende macht niet zo zuiver gescheiden dan feitelijk wenselijk en noodzakelijk is.
Met de komst van de Wet Dualisering Gemeentebestuur is de Gemeentewet zodanig aangepast dat ook op lokaal niveau de scheiding der machten zuiverder is geworden.
Het heeft geleid tot nieuwe verhoudingen tussen Raad en College.
Met die nieuwe verhoudingen is er meer dan voorheen nadruk op en ruimte voor de controlerende taak van de Raad als geheel en van individuele Raadsleden gekomen.
Je zou kunnen zeggen dat de hierboven aangehaalde Tweede Kamer-code ook een lokale code is geworden.
En daarmee raken we de kern van het schijnbare conflict dat jij en ik nu schijnen te hebben en waar sinds afgelopen dinsdag alle opwinding over is ontstaan: Met het vragen om een interpellatie en met de vragen die ik je - als Projectwethouder Blauwe Berg en dus niet als persoon en dus ook niet als lid van een andere partij! - daarin wil voorleggen doe ik niets meer en niets minder dan het uitoefenen van mijn controlerende taak.
Ik zou als volksvertegenwoordiger geen knip voor de neus waard zijn wanneer ik dit niet zou doen.
Tegelijkertijd geldt ook dat de door jou gestelde ”eis”, zoals die mij via het NHD en andere kanalen - wonderlijk genoeg niet via een rechtstreeks telefoontje afgelopen dinsdag - heeft bereikt op gespannen voet staat met dit wezenskenmerk van onze democratie. Ik doel natuurlijk op de eis, en ik citeer nu maar even op gezag van het NHD, ”die brief moet van tafel”. Als democraat, en ik twijfel geen seconde aan je democratische overtuigingen, kun en mag je dat niet menen.
Er moet me nog iets van het hart. In je reactie op mijn interpellatieverzoek, zoals je die via het NHD van gisteren hebt gespuid, maak je het allemaal wel erg persoonlijk en betrek je de zaak wel heel erg op jezelf als persoon. Je voegt mij wat kwalificaties toe, je zegt en passant een collega wethouder zo ongeveer de wacht aan en je geeft er blijk van coalitie overwegingen belangrijker te vinden dan het zuiver functioneren van het democratisch proces.
Beste Jack, de vraag is natuurlijk of je dat zo allemaal hebt bedoeld want, nogmaals, aan je democratisch gehalte hoeven we toch niet te twijfelen. Wellicht hebben we beiden in de aanloop tot het debat van aanstaande dinsdag dingen gezegd en geschreven, zinnen geformuleerd en woorden gekozen, waarvan we achteraf zeggen dat het ook anders had gekund.
Dat zeg ik ook omdat ik in je reactie wat tegenstrijdigheden bespeur. Enerzijds ga je ervan uit dat ik met mijn interpellatie kennelijk het vooropgestelde doel heb je als persoon te beschadigen en je vertrek als wethouder te willen bewerkstelligen en anderzijds noem je het politiek niet sterk dat ik bij het interpellatie verzoek niet direct een motie van wantrouwen heb overlegd.
Voor de goede orde Jack, er ligt op dit moment nog geen enkele motie klaar. De VVD wil eerst je beantwoording afwachten.
En zo spreek je ook enerzijds over mijn onkunde en stel je dat ik mij onvoldoende in het dossier heb verdiept en anderzijds complimenteer je me met het feit dat ik boven tafel heb gekregen dat op 31 augustus de opdracht voor een tweede verkeersonderzoek nog niet was verstrekt. Zou iemand die zich onvoldoende in het dossier heeft verdiept ooit tot die ontdekking zijn gekomen?
Je weet hoe belangrijk dat tweede onderzoek voor ons, maar ook voor andere fracties, is (Citaat uit het verslag van de SoLo-vergadering van 31 augustus j.l.: PvdA (R.Witteveen): ”Hij is verbaasd dat er nog geen opdracht is gegeven voor een tweede verkeerskundig onderzoek” en verder verwijs ik graag naar het verslag van de SoLo/vergadering van 25 mei j.l. en de daarin uitgedragen standpunten van de diverse fracties).
Als dan op 31 augustus blijkt dat aan een in januari genomen besluit na ruim 7 maanden nog geen gevolg is gegeven dan is het toch niet zo heel erg vreemd dat ik me enerzijds afvraag of de Projectwethouder de regie op dit punt wel voldoende in handen had en anderzijds de woorden ”uiterst onbevredigend” hanteer.
Daarover gaat vraag 11 uit het interpellatie verzoek en ik hecht er aan te benadrukken dat vraag 11 inderdaad een vraag is en geen constatering.
Na of naast alles wat je in je reactie zegt over je eigen positie en de samenstelling van de coalitie is het meest verbazingwekkende toch wel de stelling: ”Ik snap niet welk belang de VVD hiermee voor ogen heeft. Dat is gewoon een actie vernietiging Blauwe Berg, iets anders kan ik het niet noemen”.
Nog een punt Jack, en dan ga ik er een eind aan breien. We weten natuurlijk allemaal donders goed dat de Vereniging Belangen Risdam en/of andere potentiële bezwaarmakers echt niet mijn interpellatie vragen nodig hebben om te weten wat voor procedures zij kunnen gaan voeren.
Beste Jack, ik speel niet op de persoon. Om dit te benadrukken komt je naam in het interpellatie verzoek niet eens voor. Het gaat hier om de functionaris, niet om de persoon. Mensen die mij beter kennen dan dat jij dat logischerwijs doet weten dat ik een dergelijk interpellatieverzoek te allen tijde zou indienen, ook als de betreffende Projectwethouder een andere persoon en van een andere politieke kleur zou zijn geweest.
Ook als de Projectwethouder van mijn eigen kleur zou zijn geweest zouden deze vragen hem niet bespaard zijn gebleven. College en Raad kennen mij toch, na ruim 2 jaar raadslidmaatschap, goed genoeg om te weten dat ik zo in elkaar steek. Nogmaals, ik zou als volksvertegenwoordiger geen knip voor de neus waard zijn indien ik niet zo in elkaar zou steken. En ik zou je dit ook in het niet gevoerde telefoongesprek van afgelopen dinsdag hebben kunnen vertellen.
Laten we het debat van dinsdag, ervan uitgaande dat de Raad zal instemmen met het houden van een interpellatie, zakelijk voeren.
Elk vanuit onze eigen positie en verantwoording. Jij als Projectwethouder en ik als Raadslid. Niet als personen zodat we na afloop, ongeacht wat die afloop zal zijn, wel als personen nog een glas kunnen drinken.
Hoogachtend,
Harry van Lunteren.